8. Mogelijke grove schuld van fiscaal adviseur niet toegerekend aan echtgenote
De echtgenoot van X (belanghebbende) is fiscaal adviseur. Hij drijft een onderneming.
Specifieke zorgkosten van X en haar echtgenoot zijn in de jaren 2009 tot en met 2013 geheel toegerekend aan X.
Na een boekenonderzoek bij de echtgenoot, heeft de Inspecteur de aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten (parkeerkosten, hulpmiddelen, vervoer en kleding en beddengoed) geweigerd.
Voor de jaren 2009 tot en met 2013 zijn navorderingsaanslagen opgelegd.
Volgens de Inspecteur mag van de echtgenoot als fiscaal adviseur worden verwacht dat hij over voldoende kennis beschikt omtrent de aftrekbaarheid van de buitengewone uitgaven. Gelet hierop zijn ook boetes opgelegd.
In geschil is of de aftrek terecht is geweigerd.
Blijkens het rapport boekenonderzoek zijn de reiskosten die X heeft afgetrokken voor het halen van medicijnen (huisapotheek) bij drogist en apotheek en voor het bezoeken van patiëntenvereniging en opticien gecorrigeerd. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat deze correctie terecht is nu deze vervoerskosten geen reiskosten zijn voor het vervoer naar een arts of ziekenhuis. De vraag of parkeerkosten als zorgkosten kwalificeren behoeft derhalve geen beantwoording.
X heeft niet vergoede kosten voor twee staaroperaties, waarbij ooglenzen zijn vervangen, in aftrek gebracht. Voor zover hier sprake is van een hulpmiddel, betreft dit een hulpmiddel ter ondersteuning van het gezichtsvermogen dat geen ander hulpmiddel is in de zin van artikel 6.17, lid 1, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001, zodat de hiervoor gemaakte kosten niet voor aftrek in aanmerking komen.
X maakt verder niet aannemelijk dat uitgaven voor extra kleding en beddengoed zijn gedaan.