8. De toestand in de fiscale wereld

Wat was Klazina de Boer blij toen ik haar afgelopen vrijdag belde met de mededeling dat de Hoge Raad ons op 13 mei gelijk had gegeven in onze belastingzaak. Waar ging het over? Klazina had haar boerenhoeve die al decennnia lang in handen is van haar familie, verpacht aan haar man Driekus, die dit voor zijn landbouwbedrijf gebruikt. Daarvoor moest hij € 600 per maand betalen. Het resultaat valt onder de terbeschikkingstellingsregeling van artikel 3.91 Wet IB 2001, had ik Klazina uitgelegd en dat beviel haar best wel. Ze had namelijk zo haar vermoedens over Driekus en die waren uitgekomen.
Buiten haar medeweten bleek hij namelijk al jaren lang op grote schaal stiekem te gokken in het nabijgelegen dorpscafé. Een goed bewaard geheim onder de lokale mannelijke bevolking.
Maar de gokschulden waren inmiddels zo hoog opgelopen dat ik had geadviseerd om samen een vof op te richten waarin Klazina mee zou gaan werken en waarin de boerenhoeve werd ingebracht. Klazina werd hiermee ondernemer voor de inkomstenbelasting en de terbeschikkingstellingsregeling eindigde.
De Inspecteur wilde dat Klazina ging afrekenen in verband met het eindigen van de terbeschikkingstelingsregeling, maar ik zag dat anders. Klazina hoefde volgens mij niet af te rekenen op grond van artikel 3.99 van de Wet IB 2001. Dit artikel kent een fiscale doorschuiffaciliteit, maar de Inspecteur vond dat je dit artikel beperkt moet uitleggen.
Ik vond dat niet en heb nu van de Hoge Raad gelijk gekregen. In het hele dorp gonst het nu van de geruchten dat die ‘verdraaide adviseur van Klazina’ Inspecteur de Wei er eens flink van langs heeft gegeven.
Over belastingadviseurs gesproken, voor onze beroepsgroep pakken donkere wolken zich samen.
Tijdens de Informele Ecofinraad van 22 en 23 april 2016 is namelijk gesproken over mogelijke acties tegen ons naar aanleiding van de Panama Papers. Alle lidstaten waren van mening dat er actie ondernomen moet worden om dergelijke constructies te bestrijden. Hierbij is transparantie een belangrijk instrument. Er is gesproken over strengere spelregels voor financiële tussenpersonen zoals notarissen, advocaten of belastingadviseurs.
Als dat maar goed gaat. Maar het gaat dan waarschijnlijk nog jaren duren voor het zo ver is.
Wat ook niet helemaal goed gaat is dat een team van deskundigen van de Belastingdienst thans de vrijgegeven documenten van de ‘Panama Papers’ onderzoekt. Het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) publiceerde op 9 mei 2016 deze informatie op een speciale website.
De informatie staat op een database met informatie over meer dan 200.000 bedrijven, trusts, stichtingen en fondsen. Het Internet Service Center van de Belastingdienst is direct begonnen deze informatie binnen te halen.
De Belastingdienst onderzoekt de voor Nederland relevante informatie en zal actief kijken of er gegevens bij zitten die bruikbaar zijn voor de belastingheffing.
Uiteraard zullen wij belastingadviseurs ons hiertegen tot de tanden bewapenen. Onze klanten zijn immers allemaal nette mensen die gewoon niet teveel belasting willen betalen. Wat is daar nu op tegen?
Daarom wordt ik ook zo moe van die voortdurend aanhoudende berichten dat Nederland een belastingparadijs is.
Neem nu het recente rapport van 12 mei van Oxfam-Novib. Daarin wordt beweerd dat Nederland Europees kampioen is in het faciliteren van belastingontwijking. Alleen België en Cyprus schijnen in de buurt te komen. Allemaal onzin. De overheid laat ons gewoon maar aanmodderen en geeft geen heldere regels.
Neem nou die zaak van Hof Den Haag van 12 mei 2016, waarin een vader met zijn gezin een dagje naar Blijdorp was gegaan. Hij had zijn auto in de buurt van het dierenpark geparkeerd, maar hij kon zelfs na tien minuten zoeken nergens een parkeerautomaat vinden. Toch kreeg hij een bon. Het Hof besliste dat hij ondanks het niet kunnen vinden van een parkeerautomaat toch de verschuldigde parkeerbelasting van € 1,67 moest betalen. Maar de bijbehorende kosten van € 58 gelukkig niet.
Is het daarom gek dat belastingadviseurs dan maar proberen om zo goed mogelijk voor de belangen van hun klanten op te komen? De overheid doet dat immers niet. Zelfs als je gewoon netjes je parkeerbelasting wilt betalen, is er in geen velden of wegen een fatsoenlijke parkeermeter te vinden. Dat geldt natuurlijk ook multinationals. Die laat je toch ook niet in de steek als er geen heldere regels gelden.
En wat weet een cabaretier als Dolf Jansen nu van belastingen? Hij kan namens Oxfam-Novib wel roepen dat grote bedrijven ook een blauwe envelop moeten. Gebeurt nu niet, arme landen lopen zo € 100 miljard aan belastinginkomsten mis en daar hadden ze een hoop mee kunnen doen, zoals arme kindjes in ontwikkelingslanden naar school sturen.
Maar Dolf slaat de plank volledig mis. Ook grote bedrijven krijgen een blauwe envelop. Het liefst met een zo laag mogelijke belastingaanslag, maar wie wil dit nu niet?

Felix Peppelenbosch

7. Belastingdienst onderzoekt gegevens Panama Papers

Een team van deskundigen van de Belastingdienst onderzoekt de vrijgegeven documenten van de ‘Panama Papers’. Het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) publiceerde op 9 mei 2016 deze informatie op een speciale website.
De informatie staat op een database met informatie over meer dan 200.000 bedrijven, trusts, stichtingen en fondsen. Het Internet Service Center van de Belastingdienst is direct begonnen deze informatie binnen te halen.
De Belastingdienst onderzoekt de voor Nederland relevante informatie en zal actief kijken of er gegevens bij zitten die bruikbaar zijn voor de belastingheffing.

Fraudebestrijding
De Belastingdienst heeft een speciaal team opgesteld met tientallen hooggekwalificeerde experts, waaronder data-analisten en leden van de coördinatiegroep constructiebestrijding.
Gespecialiseerde belastinginspecteurs onderzoeken de informatie op dossierniveau. Zij checken alle personen, bedrijven, trusts, stichtingen, fondsen en dergelijke uit de Panama Papers die een relatie hebben met Nederland. Waar sprake blijkt van belastingfraude, treedt de Belastingdienst op en worden sancties, zoals boetes, opgelegd.

6. BPM-berekening voor een 'te vroeg' aan een particulier verkochte bestelauto

Op grond van artikel 10, lid 3, van de Wet BPM geldt dat een bestelauto pas na het verstrijken van vijf jaar na eerste toelating, zonder gevolgen voor de vrijstelling van bpm door een ondernemer aan een particulier kan worden verkocht. Bij verkoop van een bestelauto die jonger is dan vijf jaar, geldt dat de verkopende ondernemer alsnog bpm verschuldigd wordt.
Maar de vraag is hoe deze moet worden berekend.
Is dat altijd het bedrag aan bpm dat met inachtneming van de in artikel 8, lid 6, van de Uitvoeringsregeling BPM opgenomen afschrijvingstabel voor de bestelauto verschuldigd zou zijn geweest als de hierboven genoemde vrijstelling niet van toepassing was geweest?
Of kan er ook voor worden gekozen om het verschuldigde bedrag aan bpm te (doen) berekenen naar de werkelijke waarde van de bestelauto op het moment waarop niet langer aan de vrijstellingsvoorwaarden wordt voldaan.
De Hoge Raad beantwoord deze laatste vraag bevestigend als het resultaat gunstiger is.
Bron: Hoge Raad, 13 mei 2016, nr. 14/04039

5. Fouten in cd-roms uitstelregeling belastingconsulenten

De Belastingdienst meldt het volgende:
‘Bij het verzenden van de overzichten uitstelgegevens 2015 aan belastingconsulenten zijn er incidenteel cd-roms verwisseld.
Daarnaast kan het zijn dat u op de cd-rom de uitstelgegevens van zowel belastingjaar 2014 als 2015 hebt ontvangen. Hierdoor is de cd-rom mogelijk niet goed te openen en niet leesbaar.

Contoleer beconnummer
Controleer of het beconnummer op de cd-rom correct is voordat u de cd-rom gebruikt. Hebt u de verkeerde cd-rom ontvangen? Neem dan contact op met de Centrale Verwerking Uitstelregeling (CVU).
Telefoonnummer 0800-0543 (code 8562).
U ontvangt medio juni opnieuw een overzicht uitstelregeling.
Neem ook contact met de CVU op als u niet kunt wachten tot medio juni op het nieuwe bestand.
De Belastingdienst maakt zijn excuses voor het ongemak’.

4. Belastingdienst / Toeslagen moet maatwerk leveren

De Belastingdienst kent een gezin van 2008 tot en met 2014 een kindgebonden budget (voorlopig voorschot) toe. Als het gezin daar geen recht meer op heeft, vordert de Belastingdienst de toeslagen terug.
De schulden lopen hoog op als de definitieve beschikkingen lang op zich laten wachten. De Belastingdienst weigert verdere tegemoetkoming omdat de familie niet tijdig en in de juiste vorm een inkomenswijziging heeft doorgegeven.
De Nationale ombudsman vindt dat Toeslagen uit eigen beweging had moeten voorzien in een ruimhartige betalingsregeling. De klacht is gegrond.
Bron: rapport Nationale ombudsman, nr. 2016/041

Toelichting:
Het is bij veel adviseurs vaak niet bekend dat het indienen van een klacht over bijvoorbeeld de Belastingdienst vaak zeer effectief is om geschillen op te lossen. De ombudsman neemt zijn werk zeer serieus en de Belastingdienst is er veel aan gelegen het niet al te vaak aan de stok te krijgen met de ombudsman. Bovendien neemt ook de Belastingdienst de bij de ombudsman ingediende klachten altijd serieus. En een groot voordeel is dat een klachtenprocedure bij de ombudsman niks kost.
Zelf heb ik al een jarenlange ervaring met het instituut van de Nationale ombudsman. Hebt u een klant voor wie u overweegt of het indienen van een klacht bij de ombudsman zinvol is, neem dan (gratis) contact mij op. Felix Peppelenbosch ()

  • 1
  • 2