4. Bijtelling privégebruik dga; 17 van 79 ritten naar golfclub aangemerkt als privé 


X (belanghebbende) is dga van G (bv). Hij heeft in 2011 gebruikgemaakt van een door G aan hem ter beschikking gestelde personenauto.
De Inspecteur heeft zich op basis van informatie van X, waaronder een rittenadministratie over de periode 1 januari 2011 tot en met 11 augustus 2011, op het standpunt gesteld dat X meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden met de auto gereden. Hij heeft daarom loonheffing nageheven.
In de rittenadministratie opgenomen ritten met de auto van en naar golfclubs heeft de Inspecteur als privé aangemerkt. Volgens X betreft dit zakelijke kilometers. X heeft deze ritten gemaakt om (potentiële) zakelijke relaties op de golfclubs te ontmoeten. Het betreft in casu 79 ritten.
In geschil is of respectievelijk welk deel van deze ritten als gebruik van de auto voor privédoeleinden als bedoeld in artikel 13bis Wet LB 1964 kwalificeren.
Hof Den Bosch acht aannemelijk dat iemand die behoudens zijn of haar dienstbetrekking overigens in dezelfde omstandigheden verkeert als X in het jaar 2011 gemiddeld 17 bezoeken brengt aan een golfbaan. Het Hof leidt dit af uit de door X overgelegde ‘Golfbranche Monitor Jaarrapportage 2010’. Gelet op de maatstaf zoals opgenomen in voornoemd arrest dienen de kilometers die samenhangen met 17 van de in totaal 79 bezoeken aan de golfclubs als privékilometers aangemerkt te worden. Het totaal aantal kilometers dat X voor privédoeleinden met de auto gereden heeft komt daarmee boven de 500. De Inspecteur heeft daarom terecht loonheffing nageheven.
(Uitspraak Hof Den Bosch, nr. 16/03337)