2. Terechte naheffingsaanslagen wegens privégebruik auto en bovenmatige reiskostenvergoedingen

Gerechtshof Den Haag heeft in hoger beroep geoordeeld dat de inspecteur van de Belastingdienst terecht heeft nageheven in verband met privé-gebruik auto, omdat een ondernemer auto’s ter beschikking heeft gesteld aan zijn werknemers en niet heeft aangetoond dat deze voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden zijn gebruikt. Verder concludeert het hof dat de ondernemer bovenmatige onbelaste reiskostenvergoedingen aan zijn werknemers heeft verstrekt. 
X exploiteerde in 2007, 2008 en 2010 een agrarisch loonbedrijf in de vorm van een eenmanszaak. Per 1 januari 2009 is de eenmanszaak omgezet in een vof (met zijn broer). De vof is per 31 december 2009 weer ontbonden. X heeft in de jaren 2007, 2008 en 2010 aan diverse werknemers auto’s ter beschikking gesteld voor de uitoefening van hun werkzaamheden. De Inspecteur heeft loonheffing nageheven wegens privégebruik auto en bovenmatige reiskostenvergoedingen. Rechtbank Den Haag heeft de naheffingsaanslagen in stand gelaten.
Ook in hoger beroep bij Hof Den Haag heeft X niet doen blijken dat de auto’s door de werknemers niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden zijn gebruikt. De Inspecteur heeft terecht ter zake een correctie op de aangiften aangebracht en over het bedrag van deze correctie loonheffing nageheven. 
Evenmin heeft X overtuigend aangetoond dat de door hem in 2007, 2008 en 2010 betaalde reiskostenvergoedingen dienden ter vergoeding van de door de werknemers in verband met woon-werkverkeer gemaakte kosten. Met de berekening van de hoogte van de bovenmatigheid van de reiskostenvergoedingen heeft de Inspecteur voorts aannemelijk gemaakt dat de correctie berust op een redelijke schatting.
De Rechtbank heeft de boetes verminderd tot 10 percent van de nageheven belasting, aangezien een gedeelte van de correcties tot stand is gekomen met verzwaring van de bewijslast. Het Hof acht deze boetes passend en geboden.