8. Wiebes wil zzp’ers en opdrachtgevers tegemoetkomen

Klopt het bericht dat grote bedrijven alle contracten zzp'ers opzeggen en payrollers en detacheerders inschakelen? Deze vraag stelde het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) aan staatssecretaris Wiebes (Financiën) tijdens het mondeling vragenuur op 8 november 2016.
Volgens Omtzigt ligt er een probleem in de begrippen 'gezagsverhouding' en 'persoonlijke arbeid' in de wet die de relatie tussen zzp'ers en opdrachtgevers vaststelt. De onzekerheid daarover zorgt voor angst voor boetes en huiver bij opdrachtgevers om zzp'ers in te schakelen. Pas de wet aan en zorg zo voor duidelijkheid, bepleit hij.
Wiebes onderkent de onduidelijkheid: er is een groot grijs gebied. Nog in november 2016 komt hij met een brief over het gesignaleerde probleem. Pas daarna wil hij er inhoudelijk met de Kamer over spreken.

7. Verbod op inhoudingen op het minimumloon vanaf 1 januari 2017

Op 1 januari 2017 treedt het verbod op inhoudingen op het minimumloon in werking. Dit is geregeld in de Wet Aanpak Schijnconstructies.Verrekeningen en inhoudingen op het minimumloon zijn niet meer toegestaan. Op dit verbod gelden wel uitzonderingen. Inhoudingen op kosten voor huisvesting en zorgverzekering zijn mogelijk, wanneer de werknemer hiervoor een schriftelijke volmacht verleent aan de werkgever. Voor huisvesting geldt hierbij een maximum van 25% van het minimumloon. De huisvesting moet ook voldoen aan bepaalde vastgestelde kwaliteitsnormen. Voor inhouding van zorgverzekeringskosten moet een kopie van de zorgpolis overlegd worden, waarbij een maximum geldt van de geschatte gemiddelde premie.

Voor werknemers met een arbeidsbeperking zijn naast de hiervoor vermelde inhoudingen ook inhoudingen mogelijk voor nutsvoorzieningen, rioolheffing en waterschapsbelasting. De werknemer moet hiervoor een schriftelijke volmacht verlenen aan de werkgever. Bij inhoudingen op het minimumloon van arbeidsbeperkte werknemers geldt geen maximum bedrag of percentage. Doordat werkgevers van arbeidsbeperkte werknemers deze kosten kunnen inhouden, wordt bereikt dat de belangrijkste vaste lasten voor hen worden betaald. Daarmee kan worden voorkomen dat zij bijvoorbeeld schulden krijgen en uiteindelijk in de schuldhulpverlening of schuldsanering komen.

6. Vermindering kosten bij ontslag

Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Dit staat in een wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.Vakbonden, werkgevers, coalitiepartijen en kabinet concludeerden in het voorjaar dat de doelen van de Wet werk en zekerheid (Wwz) breed worden gedragen, maar dat de wet op onderdelen aanpassing behoeft om die doelen te bereiken.Zo zal de werkgever uit het Awf worden gecompenseerd voor de vergoeding die hij verschuldigd is bij het ontslag van een langdurig zieke werknemer. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de zorgen die er zijn over de optelsom van financiële verplichtingen voor langdurig zieke werknemers. Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.Ook krijgen cao-partijen meer ruimte om af te wijken van de transitievergoeding die verschuldigd is bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Wel moet de cao voorzien in een redelijke financiële vergoeding of in voorzieningen die de kans op nieuw werk vergroten. Eerder dit jaar kregen de sociale partners al de mogelijkheid per cao af te wijken van de ketenbepaling bij seizoenswerk.De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

5. Wettelijk minimumloon per 1 januari 2017

De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen 1 januari 2017.

Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt per 1 januari 2017:

€ 1.551,60 per maand;

€ 358,05 per week;

€ 71,61 per dag.

4. Wijs uw klant op nieuwe regeling voor oninbare vorderingen

Met ingang van 1 januari 2017 wordt de regeling voor teruggaaf van btw en milieubelastingen bij oninbare vorderingen eenvoudiger.
Stuurt uw klant een btw-factuur naar zijn klant? Dan moet hij de btw daarover direct aangeven en betalen.
Betaalt zijn klant de factuur uiteindelijk niet of maar gedeeltelijk? Dan heeft uw klant btw betaald aan de Belastingdienst die niet ontvangen is. De btw kunt u dan voor uw klant terugvragen. Oninbare vorderingen ontstaan bijvoorbeeld bij een faillissement. Op dit moment kan het jaren duren voor een btw-ondernemer recht op aftrek krijgt van de eerder afgedragen btw. Daarvoor moet namelijk eerst duidelijk zijn dat de vergoeding niet of maar gedeeltelijk zal worden betaald. Het kan lang duren voordat die duidelijkheid er is.
In de nieuwe regeling wordt aangenomen dat een vordering oninbaar is, als de vergoeding 1 jaar na het opeisbaar worden nog niet is betaald. Wordt de vergoeding later toch nog geheel of gedeeltelijk ontvangen? Dan moet uw de btw alsnog (weer) betalen.
De nieuwe regeling geldt ook als uw klant een vordering heeft overgenomen van een andere ondernemer.

  • 1
  • 2