8. Boeterente en rentemiddeling

Boeterente, al dan niet in het kader van rentemiddeling, wordt niet aangemerkt als kosten van geldleningen maar als rente van schulden. Boeterente is dan aftrekbaar als rente van schulden en wordt ook voor de beoordeling van de fiscale aflossingseis aangemerkt als rente.
Onder boeterente wordt in dit kader verstaan de reële vergoeding die de bank in rekening brengt en die bestaat uit het renteverlies dat de bank lijdt over de nog resterende rentevastperiode bij het (gedeeltelijk) aflossen, wijzigen of oversluiten van een lening. Het maakt daarbij niet uit hoe de bank deze vergoeding berekent en of deze al dan niet wordt uitgesmeerd over de nieuwe rentevastperiode. Bij het berekenen van de vergoeding kan de bank rekening houden met het nadeel dat de bank heeft omdat zij de boeterente als gevolg van het uitsmeren op een later moment ontvangt. Indien een aanslag al onherroepelijk vast staat, kan een verzoek tot ambtshalve vermindering worden ingediend als minder dan vijf jaren zijn verlopen na het einde van het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft.
In het kader van het wegnemen van fiscale belemmeringen voor het aanbieden van rentemiddeling was al een goedkeuring vooruitlopend op wetgeving opgenomen in een beleidsbesluit van 27 november 2015.
Dit besluit is thans gecodificeerd . Met de maatregel is een vereenvoudiging bereikt die tegemoetkomt aan uitvoeringsproblemen bij banken. Door de maatregel kunnen banken zonder fiscale belemmeringen rentemiddeling actief aanbieden daar waar dit in individuele situaties in het belang van de klant is.
(Fiscale vereenvoudigingswet 2017)

7. Schenkingsvrijstelling eigen woning per 1 januari 2017

Vanaf 1 januari 2017 mag iedereen tussen 18 en 40 jaar per schenker eenmalig een schenking van € 100.000 ten behoeve van de eigen woning vrijgesteld ontvangen. Deze vrijstelling is (per schenker) eenmalig, maar het is mogelijk om deze verspreid over drie achtereenvolgende kalenderjaren te benutten. Dat wil zeggen dat als de verkrijger van dezelfde schenker in het tweede of derde jaar nog een schenking voor de eigen woning ontvangt, voor die schenking(en) ook nog gebruik kan worden gemaakt van de schenkingsvrijstelling, voor zover deze nog niet volledig is benut bij de eerdere schenking(en). De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan worden aangewend ten behoeve van de eigen woning.
(Dit is vorig jaar geregeld in het belastingplan 2016)

6. Fiscaal vriendelijk hypotheek aflossen

De Tweede Kamer vindt dat mensen met een hypotheek te allen tijden de keuze moeten hebben om vervroegd hun hypotheek af te lossen zonder dat hier een fiscale boete op staat. Dit is al geregeld voor mensen die verhuizen.
Met ingang van 1 januari 2017 wordt aflossen op een spaar- of beleggingshypotheek ook mogelijk zonder dat de leningnemer hoeft te verhuizen. Mensen met een spaar- of beleggingshypotheek kunnen dan per jaar 10% aflossen en het restant ineens wanneer het gespaarde of belegde vermogen gelijk is aan de resterende hypotheek zonder dat ze uiteindelijk tegen een heffing van inkomstenbelasting aanlopen. Ook wordt het mogelijk om bij het aflopen van de rentevrije periode de hypotheek geheel af te lossen.
(Aangenomen amendement bij de Wet overige fiscale maatregelen 2017)

5. Reparatie bedrijfsopvolgingsregeling

De Tweede Kamer is op 17 november 2016 akkoord gegaan met een maatregel die een onbedoelde verruiming van de bedrijfsopvolgingsregelingen repareert. De verruiming is het gevolg van een arrest over de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting (BOR) dat de Hoge Raad afgelopen april heeft gewezen.
Met de voorgestelde reparatie wordt de reikwijdte van de bedrijfsopvolgingsregelingen weer in lijn gebracht met de uitleg van de wet zoals de Belastingdienst die de afgelopen jaren gehanteerd heeft.
De wetswijziging regelt dat zogenoemde indirecte belangen als zodanig niet onder de reikwijdte van de BOR vallen. Eenzelfde wetswijziging geldt voor de doorschuifregelingen voor het aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting. De wetswijziging geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2016. De huidige mogelijkheid om bezittingen en schulden van een lichaam waarin een indirect belang van 5 procent of meer wordt gehouden toe te rekenen aan een lichaam waarin een direct belang wordt gehouden, blijft ongewijzigd bestaan.
De Hoge Raad heeft in een arrest uit april 2016 over de BOR geoordeeld dat aandelenpakketten die een indirect belang van minder dan 5 procent vertegenwoordigen als zodanig onder de bedrijfsopvolgingsregeling kunnen vallen. Het betreft hier situaties waarin een persoon via een holding een belang van minder dan 5 procent in een ander lichaam bezit. Hierdoor wordt het onder meer mogelijk om de bedrijfsopvolgingsregelingen ook volledig toe te passen op beleggingsvermogen.
De reparatie houdt kort gezegd in dat de uitleg en werkwijze zoals de Belastingdienst die hanteert wettelijk wordt vastgelegd. De overerving van familiebedrijven blijft beschermd.
De Eerste Kamer zal op 20 december 2016 over deze maatregel stemmen.
(Overige fiscale maatregelen 2017)

4. Handhaving Wet DBA opgeschort

Op dit moment is er veel onrust en onzekerheid bij opdrachtgevers en opdrachtnemers over de wet DBA. Opdrachtgevers zijn huiverig zzp’ers in te huren en zzp’ers zijn bang hun opdrachten kwijt te raken. Dit leidt tot zorgen en onzekerheid over werk en inkomen.
Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën begrijpt dat deze zorgen ingrijpend zijn.
Deze onzekerheid over de Wet DBA moet dan ook snel zoveel mogelijk worden weggenomen. Daarom is de handhaving opgeschort tot de knelpunten zijn opgelost. In ieder geval zal er tot 1 januari 2018 niet worden gehandhaafd.
De VAR is nu zo'n zeven maanden geleden afgeschaft. Inmiddels is duidelijk dat de meesten van de miljoen zzp'ers gewoon aan het werk kunnen en ook zijn – met en vaak ook zonder modelovereenkomst. Wiebes: ‘Ik zie de knelpunten en de onrust. Zelf sprak ik met vele opdrachtgevers en opdrachtnemers, en ook het in oktober 2016 ingestelde Meldpunt DBA onbedoelde gevolgen arbeidsmarkt leverde veel op.
Daardoor is inzichtelijk geworden waar het goed gaat en waar zorgen zijn. Het is belangrijk dat we deze zorgen snel wegnemen, zodat ondernemers aan het werk blijven.’
(Tweede voortgangsrapportage DBA)

  • 1
  • 2