3. Verslag Kamerdebat over de Wet DBA
De Tweede Kamer heeft op 29 juni 2017 overleg gevoerd met de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën over vier kabinetsbrieven die betrekking hebben op de Wet DBA. Het schriftelijk verslag van dit overleg is inmiddels gereed.
Op hoofdlijnen is over het volgende gesproken: Sinds de start van de Wet DBA werd duidelijk dat de arbeidswetgeving niet meer past bij de huidige praktijk voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Het kabinet heeft daarom onderzocht of de arbeidswetgeving herijkt kan worden. Inmiddels zijn de resultaten van dit ambtelijk onderzoek bekend en worden deze meegenomen in het formatieproces. Het is aan het nieuwe kabinet om daar keuzes in te maken. De handhaving van de wet voor ‘niet-kwaadwillenden’ is in elk geval tot 1 juli 2018 opgeschort. De handhaving richt zich nu eerst op de ernstigste gevallen: situaties waarin partijen evident buiten het wettelijk kader treden. Het gaat daarbij dus niet om een zelfstandige professional bij wie er ruis is over de gezagsrelatie. Het gaat wel om gevallen waarin opdrachtgevers opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Daarbij kan worden gedacht aan situaties waarin sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijke ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting. Concreet betekent dit dat de Belastingdienst in geval van kwaadwillendheid correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen kan opleggen.
Met de verlenging van de overgangsperiode van niet-handhaving hebben de beide bewindslieden duidelijk een groot vraagstuk te pakken. Zij hebben de wijziging in twee Kamers met grote meerderheden doorgevoerd, met lovende woorden van de sprekers. Zij hebben kunnen bogen op draagvlak van maatschappelijke organisaties, van opdrachtgevers en van opdrachtnemers en zij hebben zich bediend van een zogenaamd blanco advies van de Raad van State. Dat heeft alleen nog geen garantie op succes gegeven. Dat betekent dat er nieuwe stappen nodig zijn en die dienen besproken te worden aan de formatietafel. De Kamer wilde weten waar de schoen wringt. De schoen moet echter gewrongen worden aan die tafel, gaven de beide bewindslieden aan. Verder gaven zij aan dat de Belastingdienst een open oog en oor heeft voor iedereen die zich nog meldt. Er worden nog steeds gesprekken gevoerd met de brancheorganisaties, maar het heeft geen zin meer om een heel diepe studie te verrichten naar het effect van uitstel voor de verschillende zzp'ers die hierdoor mogelijk opdrachten mislopen. Het heeft vooral zin om de energie nu te richten op een stelsel dat gaat werken. De staatssecretaris gaf nog aan dat hij het prettig zou vinden als er een stelsel was waarin er meer automatische zekerheid is zodat we met minder modelcontracten toe kunnen. ‘In alle eerlijkheid, de uitkomst hangt echt af van de keuzes die aan de formatietafel worden gemaakt’, aldus de staatssecretaris.