8. Terechte naheffing privégebruik auto; vernietiging vergrijpboete

Naast een aantal bestelauto’s beschikt X (bv; belanghebbende) in de jaren 2009 tot en met 2013 over een Nissan en een BMW. Met betrekking tot de Nissan rekent X in de jaren 2009 tot en met 2013 een bedrag wegens privégebruik tot het loon van B. Met betrekking tot de BMW doet X dat niet.
In geschil is of met betrekking tot het privégebruik auto voor de BMW terecht naheffingsaanslagen loonheffingen zijn opgelegd. Tevens is de opgelegde vergrijpboete voor het jaar 2009 in geschil.
X heeft gedurende de onderhavige jaren geen rittenregistratie bijgehouden. Zij heeft niet doen blijken dat de BMW jaarlijks voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel.
De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd.
Ten aanzien van de vergrijpboete acht het Hof aannemelijk dat X haar voorgenomen handelwijze na de aanschaf van de Nissan met de accountant heeft besproken. Het Hof acht voorts aannemelijk dat B als gevolg van een oogziekte veel minder is gaan rijden en dat zijn echtgenote hem sindsdien vaker dan voorheen naar privé-afspraken heeft gereden. Het Hof begrijpt X aldus dat hij onder deze omstandigheden mocht menen dat bijtelling voor twee auto’s niet nodig was, aangezien B niet tegelijkertijd in twee auto’s kon rijden. Alhoewel dit standpunt juridisch onjuist en zelfs niet pleitbaar is en X te lichtvaardig het besluit heeft genomen geen bijtelling voor de BMW toe te passen, ziet het Hof gelet op alle omstandigheden tezamen aanleiding de vergrijpboete te vernietigen. 
(Hof Amsterdam, ECLI:NL:GHARL:2017:7657)

7. Eigenaar administratiekantoor 'krijgt' 9 maanden

Administratiekantoor X heeft voor zichzelf en voor het bedrijf van zijn echtgenote jarenlang opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting (en inkomstenbelasting) ingediend en wordt hiervoor thans strafrechtelijk vervolgd. 
De strafkamer van Hof Den Bosch stelt vast dat de belastingmoraal van X (nog steeds) niet ten goede is gekeerd. Tot op heden hebben geen betalingen plaatsgevonden op de naheffingsaanslagen omzetbelasting en hebben invorderingsmaatregelen geen effect gesorteerd. Daarenboven blijkt uit het aangiftepatroon dat X nog steeds geen of te laat aangiften indient. Ook de omstandigheid dat X pas in juni 2017 voor zijn bv, waarin hij per 1 januari 2017 zijn onderneming heeft ondergebracht, een loonheffingsnummer heeft aangevraagd, maakt duidelijk dat hij nog steeds niet de urgentie voelt van de noodzaak (tijdig) aan zijn belastingverplichtingen te voldoen.
X wordt wegens belastingfraude en valsheid in geschrift veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
(Hof Den Bosch, ECLI:NL:GHSHE:2017:4107)

6. Celstraf voor oud-staatssecretaris wegens belastingfraude

Voormalig staatssecretaris van Sociale Zaken Robin Linschoten is door Rechtbank Amsterdam veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf (waarvan 3 maanden voorwaardelijk) voor het doen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting. De Rechtbank acht bewezen dat Linschoten tussen 2010 en 2012 opzettelijk te lage omzetten van zijn twee bv's heeft opgegeven aan de Belastingdienst. 
De straf pakt zwaarder uit dan eis van het Openbaar Ministerie, dat de Rechtbank eerder vroeg om Linschoten 200 uur werkstraf op te leggen naast een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De Rechtbank oordeelt echter dat de gevraagde strafmaat geen recht zou doen aan de ernst van het vergrijp.
Volgens de Rechtbank heeft de gewezen politicus de fiscus voor ruim 100.000 euro benadeeld. Linschoten voerde eerder aan "slordig" te zijn geweest, maar dat er geen opzet in het spel was. Hij legde de schuld bij zijn boekhouder, die hij onvoldoende zou hebben gecontroleerd.
De Rechtbank wees er echter op dat de boekhouder Linschoten heeft gewaarschuwd dat hij onvoldoende gegevens aandroeg voor een juiste aangifte. Als eigenaar van twee bedrijven was de oud-politicus zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van de juiste cijfers, aldus de Rechtbank.
(Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2017:7068)

5. Toch alleenstaande ouderkorting op basis van begunstigend beleid

X is gescheiden en heeft een zoon. Gedurende het gehele jaar 2014 stond X in de Basisregistratie personen (Brp) ingeschreven op zijn zakelijke adres, zonder woonbestemming.
Met ingang van 2014 staat ook de zoon op dat briefadres ingeschreven in de Brp. Feitelijk woont X, vanaf omstreeks juni 2014 samen met de zoon, in een recreatiewoning. Inschrijving op dat adres in de Brp was in het jaar 2014 niet mogelijk.
In zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2014 heeft X de alleenstaande-ouderkorting geclaimd. Bij het opleggen van de aanslag heeft de Inspecteur de alleenstaande-ouderkorting niet verleend. In geschil is of X recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat niet is voldaan aan de wettelijke inschrijvingseis. X beroept zich echter met succes op begunstigend beleid ten aanzien van binnenvaartschippers (BLKB 2011/1208M) voor wie inschrijving op hetzelfde woonadres evenmin mogelijk is en inschrijving op hetzelfde briefadres volstaat. Tegen de achtergrond van het begunstigende beleid is de situatie van X hiermee vergelijkbaar. Aangezien overigens aan de voorwaarden voor toepassing van de alleenstaande-ouderkorting wordt voldaan, heeft X hier ook recht op.
(Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:4737)

4. Werkgevers kunnen UWV vragen gezondheid werknemer te herbeoordelen

Hebt u een klant met personeel in de WIA? Vanaf nu is het ook voor werkgevers mogelijk de gezondheid van een (ex)werknemer te laten herbeoordelen door UWV. Daarvoor is nu een formulier beschikbaar op uwv.nl.

Als de gezondheid van een (ex-)werknemer verandert, heeft dat misschien gevolgen voor zijn inzetbaarheid op de werkvloer. Dat kan gevolgen hebben voor de hoogte of duur van zijn WIA-uitkering. Een werknemer kan UWV zelf vragen zijn gezondheid opnieuw te beoordelen. Nieuw is dat ook werkgevers of verzekeraars UWV daar om kunnen vragen.

Voor hen is op UWV vanaf nu het nieuwe formulier 'Aanvragen herbeoordeling WIA door werkgever, verzekeraar of andere instantie’ beschikbaar. 

Aanvraag goed onderbouwen
Als u voor een werkgever een herbeoordeling van een (ex-)werknemer aanvraagt, moet daar wel een goed onderbouwde aanleiding voor zijn.

Verzekeraars en andere instanties, zoals een administratiekantoor, konden al eerder een herbeoordeling aanvragen namens een (ex-)werkgever. Daarvoor is altijd een machtiging van de (ex-)werkgever nodig. 

Meer informatie
Op deze pagina op uwv.nl vindt u meer informatie over de herbeoordeling van de gezondheid van een (ex)werknemer.

  • 1
  • 2