1. Aangifte IB: winst of resultaat uit overige werkzaamheden?

Het is soms lastig te bepalen of een klant wel of geen ondernemer voor de inkomstenbelasting is. Is sprake van winst uit onderneming of van resultaat uit overige werkzaamheden? In dit artikel leest u hier meer over. Wat zijn de definities volgens de wet en de rechtspraak en hoe komt de Belastingdienst in de praktijk tot een oordeel?

Vooraf
De bronnen voor belastbaar inkomen uit werk en woning staan in artikel 3.1 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). De volgende onderwerpen zijn daarbij van belang:

1. Ondernemer of resultaatgenieter?

Heeft een belastingplichtige inkomen? De Belastingdienst belast dit dan volgens de 1e bepaling van de Wet IB 2001 waaronder het is gerangschikt (artikel 2.14 van de Wet IB 2001). Daarom toetst de Belastingdienst altijd eerst of sprake is van winst uit onderneming. Is dat niet het geval en is ook geen sprake van inkomsten uit dienstbetrekking (loon)? Dan beoordeelt de Belastingdienst of sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden.

Wat is belastbare winst uit onderneming?
Volgens de wet is belastbare winst uit onderneming het gezamenlijk bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

Vooraf
De bronnen voor belastbaar inkomen uit werk en woning staan in artikel 3.1 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). De volgende onderwerpen zijn daarbij van belang:

belastbare winst uit onderneming (afdeling 3.2 Wet IB 2001)

belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (afdeling 3.4 Wet IB 2001)

1. Ondernemer of resultaatgenieter?

Heeft een belastingplichtige inkomen? De Belastingdienst belast dit dan volgens de 1e bepaling van de Wet IB 2001 waaronder het is gerangschikt (artikel 2.14 van de Wet IB 2001). Daarom toetst de Belastingdienst altijd eerst of sprake is van winst uit onderneming. Is dat niet het geval en is ook geen sprake van inkomsten uit dienstbetrekking (loon)? Dan beoordeelt de Belastingdienst of sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden.

Wat is belastbare winst uit onderneming?
Volgens de wet is belastbare winst uit onderneming het gezamenlijk bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

Voor het begrip ‘ondernemer’ is in de wet opgenomen: de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. Om te kunnen beoordelen of sprake is van een onderneming voor de inkomstenbelasting kijkt de Belastingdienst of de belastingplichtige ondernemersrisico loopt.

De wetgever heeft bewust gekozen om geen definitie van het begrip ‘onderneming’ op te nemen. In de jurisprudentie staat een onderneming als volgt omschreven: een onderneming is een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal die gericht is op deelname aan het economisch verkeer met het oogmerk om winst te behalen (subjectief criterium). De te behalen winst moet bovendien redelijkerwijs te verwachten zijn (objectief criterium).

Wat is belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden?
Volgens de wet is belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit één of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren, verminderd met de terbeschikkingstellingsvrijstelling volgens artikel 3.90 Wet IB 2001. Het resultaat uit een werkzaamheid is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die de onderneming behaalt met een werkzaamheid, onder welke naam en in welke vorm ook (artikel 3.94 van de Wet IB 2001).

De rechtspraak heeft het resultaat uit overige werkzaamheden, als arbeid is verricht, als volgt gedefinieerd: de belastingplichtige heeft arbeid verricht in het economisch verkeer waarmee hij een geldelijk voordeel beoogde dat hij redelijkerwijs kon verwachten en deze arbeid verrichtte hij niet als ondernemer of in een dienstbetrekking.

Geen ondernemersfaciliteiten voor resultaatgenieters
Volgens artikel 3.95 Wet IB 2001 geldt het winstregime voor het bepalen van het resultaat. Maar de ondernemersfaciliteiten zijn uitgezonderd. Dat betekent dat de belastingplichtige bijvoorbeeld de ondernemersaftrek (artikel 3.74 Wet IB 2001) en de MKB-winstvrijstelling (artikel 3.79a Wet IB 2001) niet mag toepassen bij de berekening van het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden.

Vaststellen resultaat of winst
Hoofdregel is dat het resultaat of de winst conform goed koopmansgebruik wordt vastgesteld (artikel 3.25 Wet IB 2001). In sommige situaties kan de Belastingdienst bij het bepalen van het resultaat het kasstelsel toepassen. Dit is echter een uitzondering op de hoofdregel. In het algemeen gaat het om resultaatgenieters die voor hun werkzaamheden periodiek (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) een nagenoeg vaste betaling ontvangen van dezelfde opdrachtgever. Bijvoorbeeld zorgverleners.

2. Ondernemer of resultaatgenieter: beoordeling in de praktijk

Het verschil tussen de begrippen winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden is niet zwart-wit. Zo kan een ondernemer bijvoorbeeld arbeidsintensieve werkzaamheden verrichten, waarbij de factor kapitaal van ondergeschikt belang is. En het is mogelijk dat iemand een onderneming drijft met een geringe hoeveelheid verrichte arbeid. Dat maakt het lastig om een heldere, eenduidige afbakening te maken.

Daarom is, zoals zo vaak in het fiscale recht, een duiding van de feiten via de rechtspraak van groot belang om te kunnen beoordelen of sprake is van winst uit onderneming of van resultaat uit overige werkzaamheden.

OndernemersCheck
Voor een belastingplichtige is het meestal gunstig als de Belastingdienst hem als ondernemer voor de inkomstenbelasting aanmerkt. Zo komt hij immers in aanmerking voor de ondernemersfaciliteiten. Bij de beoordeling of sprake is van winst uit onderneming let de Belastingdienst op verschillende criteria. Welke dat zijn, leest u op de website van de Belastingdienst. Het Hof van Amsterdam heeft de ondernemingscriteria verder gespecificeerd (uitspraak van 16 januari 1998, nr. 96/5387, V-N 1998/210). De OndernemersCheck gaat hier uitgebreid op in.

Voorbeeld: geen ondernemer voor de inkomstenbelasting
In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het Gerechtshof Den Haag terecht heeft geoordeeld dat een predikant niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting wordt gezien (zaaknummer 42519, datum arrest 26 januari 2007). Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat belastingplichtige, die als vaste predikant is verbonden aan een kerkelijke gemeente en als zodanig een vast traktement geniet, niet als zelfstandig beroepsbeoefenaar kan worden aangemerkt. De werkzaamheden van de predikant worden niet zelfstandig en voor eigen rekening verricht en er wordt ook geen ondernemersrisico gelopen. Omdat niet aan deze voorwaarden wordt voldaan en er ook geen sprake is van een dienstbetrekking vallen de inkomsten onder de categorie resultaat uit overige werkzaamheden. Volgens de Hoge Raad geeft het oordeel van het Gerechtshof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het Gerechtshof heeft terecht geoordeeld dat belastingplichtige voor de inkomsten uit zijn werkzaamheden als predikant afhankelijk is van de verbintenis met de kerkelijke gemeente waarvan hij een vast traktement ontvangt. Het Gerechtshof stelt dus dat belastingplichtige geen ondernemersrisico loopt en dat er geen sprake is van het zelfstandig verrichten van werkzaamheden.