8. Voortgang oprichting Federatie BelastingRaadgevers; de nieuwe beroepsvereniging voor administratiekantoren

Het Haagse notariskantoor Ellens en Lentze heeft de concept oprichtingsakte van de Vereniging Federatie Belastingraadgevers naar de aspirant bestuurders (Peter Abdala, Ton Meenhuis en Felix Peppelenbosch) toegezonden. De akte zal over twee weken in zijn definitieve vorm openbaar worden gemaakt. Wij streven er naar de vereniging voor deze zomer op te richten.
Administratiekantoren kunnen onderscheid bieden door de verwachtingen (wensen en behoeften) van de klant centraal te stellen, hier naar te luisteren en naar te handelen. Dit alles samen kan worden bestempeld met een herkenbaar kwaliteitskeurmerk. Utopie of binnen handbereik? Dit laatste is het geval. FBR biedt onder andere een kwaliteitshandboek in samenwerking met NOVAK, dagelijks fiscaal nieuws, CAONet, een betaalbare en betrouwbare beroepsaansprakelijkheidsverzekering, belangenbehartiging, het verzorgen van publiciteit, toegang tot een uitgebreid netwerk van fiscaal specialisten als u ondersteuning voor uw klant nodig hebt, en nog veel meer. Op het lijstje staan thans nog horizontaal toezicht en deelname aan het Becon-overleg. Ook wordt thans gewerkt aan een uniek en actief communicatiesysteem voor u en uw klanten. U kunt uw klanten hiermee snel op de hoogte stellen van wat er speelt of gaat spelen. Tegelijkertijd stellen wij u de relevante dossiers ter beschikking, zodat u uw klanten altijd goed kunt informeren. Wij verwachten dat een dergelijk systeem uw omzet zal kunnen vergroten en dat het eind dit jaar volledig operationeel is. Tot slot nog even dit; uw contributie voor het lidmaatschap van FBR, die bedraagt € 600 op jaarbasis. Wilt u zich dit jaar nog aansluiten bij Federatie BelastingRaadgevers, maar bent u nog lid van een andere beroepsorganisatie? Daarvoor gelden hele soepele voorwaarden. Wij willen uiteraard niet dat u met dubbele lasten komt te zitten. Bel met Felix Peppelenbosch als u meer wilt weten: 06-22233399.

7. Vereenvoudigde werkwijze voor particulieren die btw terug willen vragen over zonnepanelen

Relevante link;
https://belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/btw/hoe_werkt_de_btw/voor_wie_geldt_de_btw/eigenaren-van-zonnepanelen/vereenvoudigde-werkwijze-voor-particulieren-die-btw-terug-willen-vragen-over-zonnepanelen

De Belastingdienst meldt het volgende:

Vereenvoudigde werkwijze voor particulieren die btw terug willen vragen over zonnepanelen

De Belastingdienst past zijn werkwijze aan voor particulieren die btw willen terugvragen over zonnepanelen.

Wat dit precies voor u betekent, hangt af van uw specifieke situatie. Zoek hieronder uw situatie op. En kijk wat u moet doen, of wat wij al voor u doen.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt u nog niet aangemeld als ondernemer voor de btw
Doe dat alsnog met het formulier ‘Opgaaf zonnepaneelhouders’. Wanneer wij verder geen vragen hebben, ontvangt u een btw-aangifte over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht. Door aangifte te doen vraagt u de btw over de zonnepanelen terug. Dit kan óók als u de zonnepanelen hebt gekocht in 2013 of daarvoor.

Door de kleineondernemersregeling hoeft u meestal maar 1 keer btw aan te geven: alleen over het aangiftetijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht. Daarom sturen wij u ná dat tijdvak geen btw-aangiften meer. U hoeft dus niet meer te vragen om een ontheffing van administratieve verplichtingen om ervoor te zorgen dat u geen btw-aangiften meer krijgt.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt u aangemeld als ondernemer voor de btw via het formulier ‘Opgaaf zonnepaneelhouders’. Maar u hebt nog geen reactie ontvangen van ons
Door de nieuwe werkwijze hebben wij langer nodig dan normaal om uw aanmelding te verwerken. U krijgt in ieder geval een reactie van ons vóór 1 mei 2018.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt u aangemeld als ondernemer voor de btw. Maar u hebt nog geen btw-aangifte gedaan over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht
Hebt u eerder btw-aangifte gedaan over een ander tijdvak? Of in ieder geval nog geen btw-aangifte gedaan over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht? Vraag uw belastingkantoor dan om u een btw-aangifte te sturen over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht.

Nadat u een btw-aangifte hebt ontvangen over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht, vult u deze aangifte in en stuurt hem naar ons. Zo vraagt u de btw over de zonnepanelen terug. Dit kan óók als u de zonnepanelen hebt gekocht in 2013 of daarvoor en nog geen teruggaaf van btw over het juiste tijdvak hebt gevraagd.

Door de kleineondernemersregeling hoeft u meestal maar 1 keer btw aan te geven: alleen over het aangiftetijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht. Daarom sturen wij u ná dat tijdvak geen btw-aangiften meer. U hoeft dus niet meer te vragen om een ontheffing van administratieve verplichtingen om ervoor te zorgen dat u geen btw-aangiften meer krijgt.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt u aangemeld als ondernemer voor de btw. U krijgt nog regelmatig btw-aangiften die u moet terugsturen
Bent u alleen maar ondernemer voor de btw omdat u zonnepanelen hebt ? En krijgt u nu nog regelmatig btw-aangiften? Dan stopt dat binnenkort. Hierover krijgt u een brief.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt btw-aangifte gedaan over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht. Maar uw verzoek om teruggaaf van btw over de zonnepanelen is afgewezen
Loopt er nog een bezwaar- of beroepsprocedure tegen uw afgewezen verzoek? Dan zal het verzoek om teruggaaf alsnog worden toegekend.

Zit u niet in een lopende bezwaar- of beroepsprocedure over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht? Of is uw bezwaar of beroep afgewezen? Dan kunt u géén btw meer terugvragen.

Loopt er nog een bezwaar- of beroepsprocedure die te maken heeft met de btw over het tijdvak waarin u de zonnepanelen hebt gekocht, maar niet gaat over de teruggaaf van btw op zonnepanelen? U kunt alsnog de btw over de zonnepanelen terugvragen in die procedure.

U bent een particulier met zonnepanelen en hebt u aangemeld als ondernemer voor de btw. U start andere ondernemersactiviteiten
Geef dat aan ons door. Hoe u dat doet, leest u bij Startende ondernemer.

U bent vanwege andere activiteiten al geregistreerd als btw-ondernemer en u koopt zonnepanelen
Voor u gelden de normale btw-regels. Daarover leest u meer bij Btw (omzetbelasting).

6. Auto's straks duizenden euro's duurder

Op 8 januari 2018 meldde de Telegraaf dat nieuwe auto’s duizenden euro’s duurder worden als gevolg van een nieuwe testmethode om de uitstoot van CO₂ te meten. Deze nieuwe methode zou er met name toe leiden dat de BPM voor de meeste auto’s fors omhoog gaat. De BPM-opbrengst is inderdaad in 2017 ook fors omhoog gegaan, maar dit is volgens staatssecretaris Menno Snel van Financiën niet het gevolg van de nieuwe meetmethode. Wat is er dan wel aan de hand? Felix Peppelenbosch zocht uit hoe het nu precies zit. Eén ding is duidelijk. Er komen grote problemen aan, maar die worden nog even onder de ‘Haagse pet’ gehouden.

Sjoemelgate

‘Sjoemelgate’ heeft geleid tot een nieuwe laboratoriumtest, de Worldwide Harmonized Light Vehicle Test Procedure (WLTP). Dat is een meting met meer realistische rijomstandigheden als temperatuur en bandenspanning. In veel gevallen worden hogere uitstootwaarden gemeten. De nieuwe test wordt sinds 1 september 2017 gebruikt. Uiterlijk 1 september dit jaar moeten alle bestaande modellen en types door de WLTP-molen gehaald worden. Het streven is dat vanaf 1 januari 2019 de WLTP-testcijfers voor de BPM-berekening gelden. Tot die tijd moeten auto’s nog wel op op basis van de oude milieutest geprijsd worden. De WLTP-resultaten worden dan teruggerekend naar de NEDC-waarden. Dat zorgt ervoor dat er meer aanschafbelasting moet worden betaald.

WLTP vervangt NEDC

Laboratoriumtests zoals de WLTP worden gebruikt om het brandstofverbruik, de CO₂-uitstoot en de uitstoot van vervuilende stoffen van personenauto’s te meten. Dit onder testcondities die zijn vastgelegd in Europese wetgeving. De huidige New European Driving Cycle (NEDC) stamt uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Door ontwikkelingen in autotechniek en rijomstandigheden is deze inmiddels sterk achterhaald. De Europese Unie ontwikkelde daarom een nieuwe test: de WLTP. De Europese auto-industrie verwelkomt deze nieuwe test en heeft actief bijgedragen aan de ontwikkeling ervan. Terwijl de NEDC de testwaardes vaststelt op basis van een theoretisch rijprofiel, is de WLTP-cyclus ontwikkeld met behulp van realistische rijgegevens, die werden verzameld in de hele wereld. Daardoor geeft de WLTP veel beter het werkelijke gebruik van auto’s weer.

Snel: ‘er valt nu nog weinig te zeggen over de vraag of auto’s duurder worden’

De nieuwe testmethode heeft ook in de media de nodige aandacht gekregen en dat is de Tweede Kamer niet ontgaan. Op 9 januari 2018 heeft D66-staatssecretaris Menno Snel van Financiën vragen van de Tweede Kamerleden Dijkstra en Lodders (beiden VVD) beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het bericht in de Telegraaf van 8 januari 2018 getiteld ‘Nieuwe auto’s duizenden euro’s duurder.’1 Snel geeft aan dat in de Wet Overige fiscale maatregelen 20172 de definitie van CO₂-uitstoot in de BPM is verbreed voor auto’s die getest zijn conform de nieuwe WLTP-testmethode. Voor de heffing van BPM op WLTP-geteste auto’s wordt gebruikgemaakt van het Europese rekenmodel CO2mpas. Het rekenmodel CO2mpas rekent de WLTP-uitstoot terug naar CO₂-uitstoot volgens de oude testmethode, de NEDC-testmethode. Auto’s worden dus nog niet belast op de CO₂-uitstoot volgens de nieuwe testmethode maar op de CO₂-uitstoot volgens de NEDC-testmethode. De berichtgeving in de Telegraaf en de bevestiging daarvan door de autobranche geven volgens de staatssecretaris aan dat van enkele auto’s de via CO2mpas teruggerekende NEDC CO₂-uitstoot hoger is dan verwacht, met een hogere BPM voor deze voertuigen tot gevolg. Op dit moment zijn er echter relatief weinig voertuigen getest op basis van de WLTP. Daarom zijn er thans onvoldoende betrouwbare uitstootcijfers beschikbaar om te beoordelen of de CO₂-uitstoot volgens de WLTP of zoals berekend door CO2mpas, over alle Nederlandse nieuwverkopen gemiddeld hoger of lager uitvalt, aldus de staatssecretaris.

BPM-opbrengst in 2017 niettemin fors hoger

In een bericht van BNR3 werd aangegeven dat de totale opbrengst van de BPM over het jaar 2017 met 27,4% is gestegen tot ruim € 1,9 miljard. Daarop trokken Dijkstra en Lodders opnieuw aan de bel bij staatssecretaris Menno Snel. Hoewel de nieuwe CO₂-testmethode, de WLTP, kan leiden tot verschuivingen in de CO₂-uitstoot van de nieuwverkopen is het volgens Snel onwaarschijnlijk dat de stijging van de BPM- inkomsten over 2017 hiermee verband houdt. In Nederland zijn in 2017 namelijk slechts 128 WLTP-geteste auto’s verkocht.4

Mogelijke verklaring voor hogere opbrengst

Zonder vooruit te lopen op de definitieve conclusies voor wat betreft de opbrengst van de BPM kan de stijging in 2017 bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door de hogere economische groei (meer verkochte auto’s) en daarmee samenhangende veranderende consumentenvoorkeuren. Zo kan het zijn dat consumenten vaker dan voorgaande jaren kiezen voor een grotere en duurdere auto met een hogere CO₂-uitstoot en een hogere BPM op de koop toe nemen.

Tweede helft 2018 meer duidelijkheid

Snel geeft aan dat uit zijn gesprekken met branchepartijen en de berichtgeving in de media duidelijke zorgen naar voren komen over de onzekerheden die deze nieuwe testmethode met zich meebrengt. Deze onzekerheden worden grotendeels veroorzaakt door het gebrek aan inzicht in de gevolgen die deze nieuwe testmethode zal hebben voor de CO₂-uitstoot van personenauto’s en de BPM. Om inzicht te krijgen in de gevolgen van de WLTP en het rekenmodel CO2mpas voor de CO₂-uitstoot werkt Snel samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de RDW, TNO en de autobranche aan een analyse. De staatssecretaris wil zich inzetten om de BPM-opbrengst (op macroniveau) niet te laten stijgen als gevolg van de WLTP. Hij streeft naar een zo snel mogelijke omzetting om een einde te maken aan de onzekerheid die leeft bij de belastingbetaler en de autobranche. Tegelijkertijd benadrukt hij dat bij deze omzetting grote zorgvuldigheid geboden is. Een onzorgvuldige omzetting op basis van onvoldoende betrouwbare gegevens kan leiden tot verkeerde BPM-tarieven met een fors hogere of lagere BPM tot gevolg. Een te snelle omzetting maakt dan ook geen einde aan de zorgen en onzekerheden die leven bij de autobranche en de consument, omdat dit mogelijk opnieuw een aanpassing van de BPM-tarieven vergt. Hij verwacht na de zomer van 2018 meer duidelijkheid te kunnen geven over het proces van de omzetting van de BPM naar op WLTP-gebaseerde tarieven. Een goed antwoord op de vraag of het verstandig is om dit jaar om belastingtechnische redenen alvast een nieuwe auto te kopen, is voorlopig dus nog niet te geven. Een ding is in ieder geval duidelijk; niemand zit te wachten op (nog) duurdere auto’s. Maar alle voortekenen wijzen er wel op. Alleen wordt dit volgens een al vaak beproefde tactiek nog even onder de ‘Haagse pet’ gehouden.

5. Behandelschema pakket Belastingplan 2019

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer op 29 maart 2018, is het behandelschema voor het pakket Belastingplan 2019 definitief vastgesteld. Het schema ziet er als volgt uit:
• Dinsdag 18 september 2018; Prinsjesdag: Indiening
• Woensdag 26 september 2018: Mogelijkheid tot het houden besloten technische briefing door ambtenaren van het ministerie van Financiën
• Donderdag 4 oktober 2018: Mogelijkheid tot het houden van een tweede besloten technische briefing door ambtenaren van het ministerie van Financiën
• Woensdag 10 oktober 2018: Inbrengdatum voor het verslag
Herfstreces van vrijdag 19 oktober tot en met maandag 29 oktober 2018
• Dinsdag 23 oktober 2018: Nota naar aanleiding van verslag
• Maandag 29 oktober 2018: Eerste wetgevingsoverleg, eerste termijn Kamer
• Donderdag 1 november 2018: Schriftelijke beantwoording vragen naar aanleiding van het eerste wetgevingsoverleg
• Maandag 5 november 2018: Tweede wetgevingsoverleg, eerste termijn regering en tweede termijn Kamer en regering
• Dinsdag 13 en woensdag 14 november 2018: Plenaire behandeling
• Donderdag 15 november 2018: Brief beoordeling moties en amendementen
• Donderdag 15 november 2018: Stemmingen

4. Pensioen in eigen beheer (cijfers)

Tijdens de behandeling van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen heeft de staatssecretaris in lijn met de toezegging aan de Tweede KamerKamerstukken II 2016/17, 34552, nr. 70, p. 93. toegezegd om de Kamer jaarlijks over het daadwerkelijke gebruik van deze regeling te informeren.Kamerstukken I 2016/17, 34552, G, p. 37-38. In het jaar 2017 hebben in totaal 70.289 directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) gebruik gemaakt van de fiscale faciliteiten die geboden zijn bij het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer. Van deze groep hebben 27.497 dga’s gekozen voor omzetting in een oudedagsverplichting en 42.792 dga’s voor afkoop. Met de afkoop door deze dga’s gaat een opbrengst van loonheffing ter grootte van circa € 3,3 miljard gepaard.

Deze cijfers zijn ontleend aan de door de Belastingdienst ontvangen informatieformulieren van de dga’s. Daarin moet onder meer de fiscale waarde van de pensioenaanspraak per 31 december 2015, de grondslag voor de korting, alsmede de fiscale waarde van deze aanspraak op het moment van afkoop worden aangegeven. Op basis van deze gegevens is de opbrengst loonheffingen benaderd. Het gaat bij deze benaderde opbrengst om een eenmalige kasopbrengst over het jaar 2017. Deze opbrengst is hoger dan het voor 2017 verwachte bedrag van € 2,1 miljard. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt nader ingegaan op de ontvangsten uit de loonheffing waar deze opbrengst onderdeel van uitmaakt. Er is geen effect op het inkomstenkader. De voor 2018 en 2019 verwachte bedragen blijven ongewijzigd omdat momenteel niet te zeggen is of de hogere opbrengst het gevolg is van een grotere belangstelling voor de afkoopregeling als geheel of dat het slechts gaat om de situatie dat dga’s vrijwel alleen in 2017 van de afkoopregeling gebruik wensen te maken. Over de jaren 2018 en 2019 zal de staatssecretaris de Kamer ook weer na afloop van elk kalenderjaar tegen het einde van het eerste kwartaal informeren.

  • 1
  • 2