8. Geen pensioenopbouw tijdens de voorperiode

Aan het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) is een vraag voorgelegd over artikel 10a, lid 1, UBLB. In dit artikel is uitgewerkt welke perioden als pensioengevende diensttijd in aanmerking kunnen worden genomen. Gevraagd is of de periode voorafgaand aan de oprichting van een bv (de zogenaamde voorperiode) meetelt als door de dga in dienst van de bv doorgebrachte pensioengevende diensttijd.
Het CAP antwoordt dat dat niet het geval is. Artikel 10a, lid 1, UBLB merkt deze periode niet aan als pensioengevende diensttijd. De voorperiode behoort niet tot de ‘periode gedurende welke de dienstbetrekking heeft geduurd’. Een dienstbetrekking tot een nog niet bestaande rechtspersoon is immers niet mogelijk.
Er geldt echter wel een uitzondering. Vóór de invoering van de Wet fiscale behandeling van pensioenen (1 juni 1999) was het onder omstandigheden toegestaan de voorperiode mee te tellen als pensioengevende diensttijd. Vóór 1 juni 1999 toegekende pensioengevende diensttijd over de voorperiode blijft in dat geval ook na de overgang naar het nieuwe regime in stand.

7. Niet eens met voorlopige berekening LIV? Corrigeer uw aangiften uiterlijk op 1 mei

Hebt u een voorlopige berekening van het lage-inkomensvoordeel (LIV) gekregen waarmee u het niet eens bent? Dat kan komen doordat uw aangiften loonheffingen niet juist en niet volledig zijn. Als dat zo is, corrigeer uw aangiften dan uiterlijk op 1 mei 2018. Correcties die u na 1 mei doet, worden niet meer meegenomen in de definitieve berekening van het LIV.
Kloppen uw aangiften wel? Of hebt u geen voorlopige berekening gekregen terwijl u die wel verwachtte? Bel dan met UWV Telefoon Werkgevers: 0900 – 92 95.

Meer informatie

Meer informatie over het LIV vindt u op https://www.uwv.nl/werkgevers/overige-onderwerpen/wet-tegemoetkomingen-loondomein/index.aspx?friendlyurl=/wtl. Zie ook paragraaf 26.2 van het handboek loonheffingen van de Belastingdienst

6. Mkb-bedrijven ontlopen aanslag over interne rentebetalingen

Staatssecretaris Snel van Financiën komt sommige mkb-bedrijven tegemoet die met terugwerkende kracht belasting dreigden te moeten afdragen over interne rentebetalingen. Voor zulke betalingen handhaaft Snel dit jaar tot €100.000 de regels van de zogeheten fiscale eenheid, zodat hiervoor geen beperkingen van de renteaftrek gaan gelden.
De staatssecretaris geeft aan dat er in 2015 circa 745.000 lichamen aangifteplichtig voor de vpb waren. Hieronder vallen ongeveer 100.000 fiscale eenheden (moedermaatschappijen) met in totaal ongeveer 200.000 gevoegde dochtermaatschappijen. Tezamen zijn er dus 300.000 maatschappijen die gebruikmaken van het fiscale-eenheidsregime. In beginsel zal elke fiscale eenheid moeten nagaan of de als gevolg van de uitspraak van het Hof van Justitie van 22 februari 2018 (gevoegde zaken X bv (C-398/16) en X nv (C-399/16), ECLI:EU:C:2018:110) in te voeren aangekondigde spoedreparatiemaatregelen gevolgen hebben. 

De staatssecretaris geeft aan dat volgens hem de lasten niet langdurig hoger zullen zijn, aangezien de gevolgen van de spoedreparatiemaatregelen in veel gevallen voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door middel van een juridische fusie of het anders inrichten van de (interne) concernfinanciering. Mogelijk zijn aan het voorkomen van deze gevolgen administratieve lasten verbonden en is het niet mogelijk om onmiddellijk na 25 oktober 2017, 11.00 uur, deze wijzigingen door te voeren. Dit kan knellen en daarom wil de staatssecretaris voorzien in een tijdelijke overgangsmaatregel die de scherpste randjes van de aangekondigde spoedreparatiemaatregelen haalt.

5. Afspraken over fosfaatwetgeving voor melkveehouders

LTO Nederland en de Belastingdienst hebben afspraken gemaakt over de fiscale gevolgen van de fosfaatwetgeving voor melkveehouders. 
Onder andere is afgesproken dat fosfaatrechten fiscaal gelijkgesteld worden aan bijvoorbeeld varkensrechten of het melkquotum.

Meer weten?

Kijk op lto.nl

4. Kinderopvangtoeslag voor kind op peuterspeelzaal

Sinds 1 januari 2018 zijn alle peuterspeelzalen kinderdagverblijven. Een deel van de ouders kan vanaf die datum ook kinderopvangtoeslag krijgen. 
Ouders kunnen tot uiterlijk 30 april kinderopvangtoeslag aanvragen over de maand januari 2018. Als zij kinderopvangtoeslag in mei aanvragen, krijgen ze over januari geen kinderopvangtoeslag.

Kijk voor de voorwaarden en meer informatie op www.toeslagen.nl/peuterspeelzaal

  • 1
  • 2