5. Dga: loonaangiften corrigeren in de toekomst
Hebt u aangifte loonheffingen gedaan voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) over een aangiftetijdvak dat nog niet is begonnen? U kunt deze nog wijzigen. Dat kan alleen door de aangifte over dat tijdvak aan te passen met de juiste gegevens. De aanmaakdatum van de aangifte wijzigt u niet. Een dga kan onder bepaalde voorwaarden aangifte loonheffingen doen over aangiftetijdvakken voordat die zijn begonnen. Als de aangiftegegevens aan het begin van het kalenderjaar bekend zijn, mag u alle tijdvakaangiften al indienen. De Belastingdienst verwerkt de ingevulde gegevens van de aangifte pas wanneer het tijdvak is begonnen.
Let op!
U kunt de toekomstige loonaangiften dus niet aanpassen door een correctiebericht of een nieuwe aangifte in te sturen zoals beschreven in onderdeel 12 van het Handboek loonheffingen. Deze handreiking is een aanvulling op dat hoofdstuk.
4. De fiscaal dienstverlener en integriteit: klant dient suppletieaangifte OB niet in
Integriteit is een belangrijk onderwerp voor fiscaal dienstverleners. Dit kwam naar voren tijdens de Intermediairdagen 2017. De redactie start daarom een nieuwe serie ‘De fiscaal dienstverlener en integriteit’. Als eerste een casus gebaseerd op praktijkervaringen van Martien van Doorn, accountmanager Fiscaal Dienstverleners bij de Belastingdienst.
De situatie
Fiscaal dienstverlener X meldt telefonisch dat hij worstelt met een integriteitsprobleem. Hij wil graag een luisterend oor en raad/advies. Wat is het geval? Nadat hij de jaarstukken 2015 heeft opgemaakt is het de bedoeling dat een goede en vaste klant volgens afspraak zelf de suppletieaangifte omzetbelasting (€ 18.000) indient. Dat is namelijk conform de afspraak die is vastgelegd in een werkopdracht. Bij het opmaken van de jaarstukken 2016 blijkt echter dat de klant al dan niet moedwillig heeft nagelaten de suppletieaangifte 2015 in te dienen. Navraag leert dat hieraan betalingsproblemen ten grondslag liggen. De klant schaamt zich daar diep voor. X had al een vermoeden, want ook zijn facturen werden al een tijd niet meer betaald.
Hij staat voor een dilemma: moet hij zijn klant aanspreken met het risico dat hij hem kwijtraakt en dat zijn openstaande facturen niet meer betaald worden? Of moet hij doen of zijn neus bloedt, waardoor hij het vertrouwen van zijn klant behoudt en zijn openstaande facturen wellicht binnen redelijke termijn kan innen? Bovendien toont hij op deze manier voor zijn gevoel enige medemenselijkheid. Hij hinkt constant op 2 gedachten en komt er niet uit. Ook zijn kantoorcollega’s vinden het een lastige zaak. De meningen zijn sterk verdeeld.
De Belastingdienst
De verantwoordelijkheid voor het indienen van een suppletieaangifte OB ligt bij de belastingplichtige. Een adviseur kan een belastingplichtige niet dwingen om aan zijn suppletieverplichting (artikel 10a Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting) te voldoen. Hij kan de belastingplichtige slechts wijzen op zijn suppletieverplichting. Komt de belastingplichtige deze verplichting niet na, dan kan de adviseur handelen zoals aangeven onder het kopje 'De oplossing'.
De fiscaal dienstverlener
De positie van de fiscaal dienstverlener is precair. Het fiscale boeterecht kan in bepaalde gevallen ook hem raken als zijn klant onjuiste of onvolledige aangiften indient. De Belastingdienst heeft sinds enige tijd namelijk de mogelijkheid om in bepaalde gevallen een bestuurlijke boete op te leggen aan een medepleger of medeplichtige. Deze boete is gebaseerd op de artikelen 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 67o van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Een voorbeeld hiervan is de nauwe en bewuste samenwerking tussen belastingplichtige en adviseur om in verband met financiële problemen bij de belastingplichtige bewust na te laten om een suppletieaangifte omzetbelasting in te dienen. In dat geval kan gezegd worden dat beide partijen gezamenlijk gehandeld hebben in de uitvoering van de overtreding van artikel 10a Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting. Het is overigens aan de inspecteur om dit te bewijzen.
De oplossing
Na enkele dagen laat X weten dat hij in overleg met de klant de suppletieaangifte omzetbelasting 2015 alsnog zal indienen. Daarnaast geeft hij aan dat hij de casus intern op zijn kantoor nogmaals gaat bespreken. De werkinstructies en -programma’s zullen worden aangepast. Het voorstel is om te accepteren dat een klant vrij is om de suppletieaangifte zelf in te dienen. Maar als hij dat vervolgens verzuimt te doen, dan dient X de aangifte in. Als de klant hier niet mee akkoord gaat, dan wordt de klantrelatie met onmiddellijke ingang beëindigd. Deze keuze geeft X zichtbaar een goed en opgelucht gevoel.
X had er ook voor kunnen kiezen om weg te kijken. Overigens: als hij is aangesloten bij een beroepsgroep bestaat de kans dat hij op termijn tegen de lamp loopt, omdat vanuit de beroepsgroep regelmatig kantooraudits plaatsvinden. De omissie komt bij deze audit automatisch boven water. De beroepsgroep kan hem dit tuchtrechtelijk aanrekenen en het kan hem in het uiterste geval zijn lidmaatschap én zijn goede naam kosten.
Tot slot
Een fiscaal dienstverlener heeft een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als hij richting zijn klanten eenmaal begint met het oogluikend toestaan van fiscaal niet-compliant gedrag, dan is het moeilijk om daar mee te stoppen. Hij creëert een bepaald verwachtingspatroon en begeeft zich op een hellend vlak dat overgaat in een ravijn. De kans is groot dat hij daar zonder kleerscheuren niet meer uitkomt.