2. Staatssecretaris wil dga’s niet compenseren voor toekomstige verhoging box 2-tarief

Veel dga’s hebben hun winst geherinvesteerd in het eigen bedrijf of in andere bedrijven zoals innovatieve start-ups. De vraag is of de door het kabinet voorgenomen box 2-tariefsverhoging (in 2020 en 2011) als een echte belastingverhoging kwalificeert. Volgens staatssecretaris Menno Snel van Financiën is dat niet het geval. In het verleden bleek dat bij de tijdelijke box 2-tariefsverlagingen massaal winst werd uitgekeerd door dga’s. Daarom gaat Snel ervan uit dat de meeste dga’s een handelingsperspectief hebben.
Voor een groep dga’s zal dit evenwel niet mogelijk zijn omdat de winst bijvoorbeeld is geïnvesteerd. In dat geval rendeert de winst op andere wijze. De tarieven in de IB en de vpb zijn aan verandering onderhevig. Bij een tariefwijziging kan het dus zo zijn dat winsten die tegen het oude vpb-tarief zijn belast in de toekomst tegen een hoger box 2-tarief worden belast. Overgangsrecht in de vorm van compartimentering zou volgens de staatssecretaris leiden tot complexe wetgeving, een forse toename in de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en hoge uitvoeringskosten voor de Belastingdienst. Overgangsrecht lijkt het kabinet dan ook niet wenselijk. Wel hecht de staatssecretaris eraan om op te merken dat de gemiddelde belastingdruk voor de meerderheid van de dga’s dankzij alle maatregelen uit het regeerakkoord daalt. Dit komt omdat dga’s via de gebruikelijkloonregeling, net als werknemers en IB-ondernemers, profiteren van de lastenverlichting in box 1. Overigens zal door de verlaging van de vpb-tarieven de toekomstige investeringscapaciteit bij gelijkblijvende winsten toenemen, aldus Snel.