3. BelastingTelefoon past verificatie aan

De BelastingTelefoon voert vanaf 1 juni gefaseerd een verbeterde verificatiemethode in. Als uw klant contact opneemt met de BelastingTelefoon, stelt de medewerker voortaan minstens 1 vraag over de naam-, adres- en woonplaatsgegevens, en minstens 1 vraag die betrekking heeft op het dossier van de klant.

Invoerdatum
Als u een klant hebt die ondernemer is, dan krijgt hij per 1 juni met deze nieuwe verificatie te maken. Later dit jaar gaat deze werkwijze ook voor particulieren gelden.

Redenen
De belangrijkste reden voor de nieuwe werkwijze is dat de BelastingTelefoon zorgvuldig wil omgaan met de gegevens van de persoon of het bedrijf waar het telefoongesprek over gaat. Daarnaast is het voor bellers makkelijker als wij hen overal op dezelfde manier helpen.

Helpdesk Intermediairs
De nieuwe verificatie heeft alleen betrekking op de BelastingTelefoon. De verificatie van Helpdesk Intermediairs blijft hetzelfde.

2. Bezwaar maken tegen box 3-heffing 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum 31 mei 2018

Betreft Aanwijzing als massaal bezwaar van bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing in aanslagen inkomstenbelasting

Geachte Voorzitter,

De Bond voor Belastingbetalers heeft op 9 mei jl. een oproep gedaan aan belastingplichtigen om bezwaar te maken tegen de vermogensrendementsheffing (box 3) in de aanslag inkomstenbelasting 2017. Mogelijk is het niet voor iedere belastingplichtige duidelijk dat hij tegen zijn aanslag IB 2017 individueel bezwaar moet maken als hij het niet eens is met de box 3-heffing in de aanslag. Dit geeft mij aanleiding om u als volgt te informeren.

Op 26 juni 2015 is het besluit Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar (stcrt. 2015, 18400), na de voorhangprocedure bij uw Kamer, in werking getreden. Dit besluit ziet uitsluitend op bezwaren tegen aanslagen inkomstenbelasting waarin de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi is berekend op basis van een forfaitair rendement van vier procent. Concreet betreft dit dus de belastingjaren tot en met 2016. Vanaf 2017 is namelijk de tekst van artikel 5.2, eerste lid, van de Wet IB 2001 ingrijpend gewijzigd,waardoor de vaststelling van de hoogte van het forfaitaire rendement op een andere wijze plaatsvindt. De lopende procedures betreffende de jaren tot en met 2016 kunnen dus niet beslissend zijn voor de bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor het jaar 2017 (en later). In de kennisgeving van 6 juni 2016 (stcrt. 2016, nr. 31329) heb ik de rolnummers van de geselecteerde proefprocedures bekendgemaakt. Twee zaken liggen nog bij het Hof ’s-Hertogenbosch ter beoordeling, de andere zaken zijn inmiddels ter beoordeling aan de Hoge Raad voorgelegd.

Op dit moment wordt gewerkt aan een aanwijzing massaal bezwaar voor bezwaarschriften tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. Voor aanwijzingen massaal bezwaar vanaf 1 januari 2016 is een gewijzigde wettelijke regeling van kracht. Deze heeft tot gevolg dat belastingplichtigen die het oneens zijn met de berekening van de vermogensrendementsheffing over het belastingjaar 2017 altijd individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen hun aanslag inkomstenbelasting. Dus ook indien er een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar is gegeven. Dit is anders dan onder de aanwijzing massaal bezwaar die ziet op de jaren tot en met 2016. Aan het vorenstaande zal ook aandacht worden besteed op de website van de Belastingdienst en door middel van een persbericht.

De Belastingdienst heeft inmiddels definitieve aanslagen IB 2017 opgelegd. Daarom zullen de bezwaarschriften tegen de aanslagen IB 2017 ingediend voor 15 juli 2018 en die zijn gericht tegen de berekening van het forfaitair vastgestelde rendement, worden behandeld als een tijdig ingediend bezwaarschrift.

 Indien ik een aanwijzing massaal bezwaar geef voor de bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing in de aanslag inkomstenbelasting 2017 zal ik, gelet op artikel 25c, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, een afschrift van het aanwijzingsbesluit aan uw Kamer toezenden.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën

Menno Snel

1. Pensioenoverzicht gaat ook mee- en tegenvallers tonen

Iedereen die pensioen opbouwt, krijgt vanaf volgend jaar september beter inzicht in de hoogte van de pensioenuitbetaling die hij of zij later kan verwachten. Op mijnpensioenoverzicht.nl worden drie verschillende bedragen toegevoegd; deze zijn berekend volgens een verwacht scenario, een optimistisch en een pessimistisch scenario. In de scenario's is rekening gehouden met mee- of tegenvallende economische ontwikkelingen. 
Minister Koolmees, de Pensioenfederatie, het Verbond van Verzekeraars en de Autoriteit Financiële Markten hebben hierover afspraken gemaakt. Koolmees meldt dit in een brief aan de Tweede Kamer. 
Nu krijg je alleen het zogeheten reglementair te bereiken pensioen te zien. Dit is het bedrag dat volgt uit je pensioenregeling.

Minister Koolmees van SZW: ‘Ik vind het belangrijk dat mensen een realistischer beeld krijgen van het pensioen dat ze kunnen verwachten en de risico’s die daarmee samenhangen. Daarom worden de scenario’s toegevoegd. Zo weet je wat je te wachten staat en kun je er rekening mee houden.’

De scenario’s tonen een nettobedrag per maand, gebaseerd op de AOW en het pensioen dat iemand heeft opgebouwd. Alle pensioenuitvoerders gaan de scenariobedragen op de zelfde manier berekenen, met rekenmethodieken die zijn vastgelegd in een ministeriële regeling.

Vanaf 2020 worden de bedragen ook getoond op het Uniform Pensioen Overzicht (UPO). De systemen van de pensioenuitvoerders worden hier nog op aangepast.

  • 1
  • 2