7. Verslag Kamerdebat over problemen bij innen belastingen
Het debat in de Tweede Kamer op 21 juni 2018 over problemen bij het innen belastingen bij de Belastingdienst, ging feitelijk over een verbeterde informatievoorziening aan de Tweede Kamer inzake de problemen bij de Belastingdienst. Ondanks de 21e halfjaarsrapportage constateerde de Tweede Kamer dat zij niet op tijd, systematisch en diepgaand geïnformeerd werd en wordt over de grote problemen bij de Belastingdienst, zoals de vertrekregeling waarvan teveel en niet de juiste mensen gebruikt maakten (kosten 700 miljoen) en de ICT-inningsmoeilijkheden van de erf- en schenkbelasting (kosten 450 miljoen).
De Kamer constateert dat de uitvoeringsproblemen en informatiegebreken bij de Belastingdienst tot op heden nog niet zijn opgelost. Zo moest het kabinet al vlak na zijn aantreden zijn ramingen bijstellen over de opbrengst van erf- en schenkingsbelasting omdat de Belastingdienst die informatie niet bijtijds doorgaf. Ook wordt de dieselheffing uitgesteld door problemen bij de Belastingdienst. De vraag is of alle belastingmaatregelen uit het regeerakkoord straks wel uitgevoerd kunnen worden.
Op 23 mei 2018 diende de PVV bij de behandeling van het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2017, een motie in om alsnog van de Investeringsagenda een Groot Project te maken. Deze motie zal in de Tweede Kamer geen meerderheid krijgen omdat de coalitiepartijen van VVD, CDA, D66 en CU tijdens het debat op 21 juni 2018 een motie indienden om dat te voorkomen. Het resultaat van het debat en de motie van de coalitiepartijen is dat de regering in nauw overleg met de Kamer tot een hernieuwde structuur van de informatievoorziening aan de Kamer komt en de Kamer betrekt bij de afbakening en reikwijdte van de onderwerpen, zoals personeel, sturing en ICT bij de Belastingdienst.
Daarnaast heeft de staatssecretaris toegezegd een begin te zullen maken met een simpeler belastingstelsel, waardoor ook problemen bij de Belastingdienst voorkomen kunnen worden. Over de ingediende moties wordt op 26 juni 2018 gestemd.
6. Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018
Per 1 juli 2018 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (Anw), Wet werk en arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Ziektewet (ZW) en Toeslagenwet (TW) aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon.
Het minimumloon stijgt van € 1.578,00 naar € 1.594,20 bruto per maand. Tevens worden de minimumjeugdlonen per 1 juli 2018 herzien. Ook wordt de Kinderbijslag (AKW) per 1 juli 2018 aangepast aan de prijsontwikkeling.
Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018