8. Antwoorden op vragen over bericht dat Máxima belasting zou hebben ontdoken

De minister-president heeft Kamervragen beantwoord over het bericht dat koningin Máxima in Argentinië de belasting zou hebben ontdoken. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het bericht op de Argentijnse onderzoekswebsite El Cohete a la luna (‘De raket naar de maan’) waarin wordt gesteld dat Máxima niet de juiste waarde van bezittingen in Patagonië, in het zuiden van het land, aan de overheid zou hebben gemeld.
De minister-president antwoordt dat artikel 10 en 41 Grondwet mede tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van leden van het Koninklijk Huis strekken, zoals nader uiteengezet en toegelicht in de voorlichting hierover van de Afdeling advisering van de Raad van State van 23 december 2010 (Kamerstukken II 2010/2011, 32791, 1). Deze voorlichting maakt in concrete zin onder meer duidelijk dat investeringen in onroerend goed in het buitenland behoren tot de persoonlijke levenssfeer en dat berichtgeving hierover daaraan op zichzelf niet afdoet. Verder blijkt uit de voorlichting dat een ijkpunt voor beantwoording van de vraag of het openbaar belang in de zin van artikel 41 Grondwet wordt geraakt, onder meer is het voldoen aan wet- en regelgeving. Het openbaar belang wordt hier niet geraakt, aldus de minister-president.
Antwoorden op Kamervragen, nr.  4054121

7. Geen cassatie in zaak premies werknemersverzekeringen voor twee dga’

De staatssecretaris heeft besloten dat hij geen cassatieberoep instelt tegen de onderstaande uitspraak van Hof Den Haag 15 januari 2019, 18/0552 t/m 18/00556, ECLI:NL:GHDHA:2019:98.
De aandelen van werkmaatschappij X (bv; belanghebbende) zijn sinds haar oprichting in bezit van Holding. Tot 1 januari 2009 waren E en D werknemer van Holding. Per die datum heeft een structuurwijziging plaatsgevonden. E en D zijn per die datum in dienst getreden bij hun persoonlijke holding. X heeft een managementovereenkomst gesloten met Holding op grond waarvan Holding tegen vergoeding zich belast met het management van X. Op grond van een managementovereenkomst tussen Holding en de persoonlijke holdings van E, D en een derde, zijn laatstgenoemden tegen vergoeding belast met het management van Holding. De Inspecteur stelt dat tussen E en D enerzijds en X anderzijds een arbeidsovereenkomst bestaat en dat E en D verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Hij heeft voor de jaren 2012 tot en met 2015 naheffingsaanslagen opgelegd aan X. In geschil is of van X terecht premies werknemersverzekeringen zijn nageheven. Volgens Hof Den Haag heeft de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van privaatrechtelijke dienstbetrekkingen tussen D en E enerzijds en X anderzijds. E en D verrichten hun werkzaamheden uitsluitend in het kader van de rechtsbetrekking met Holding en hun persoonlijke holdings. De arbeidsverhouding met X ontbreekt zodat ook geen fictieve dienstbetrekking aanwezig is. De stelling dat Holding en de persoonlijke holdings reële praktische betekenis missen, is niet met voldoende feiten onderbouwd. E en D kunnen niet als werknemer worden beschouwd in de zin van de Ziektewet en zijn derhalve niet verzekerd voor die wet en de WW, WAO en WIA. De premies werknemersverzekeringen zijn ten onrechte nageheven, aldus het Hof. De uitspraak van Rechtbank Den Haag wordt bevestigd.
Besluit staatssecretaris van Financiën, nr. 2019-0000032229

 

6. Onderzoeksresulaten aangiftegedrag particulieren IH2018

Samenvatting onderzoeksresultaten aangiftegedrag particulieren

De Belastingdienst
Voor de aangiftecampagne heeft de Belastingdienst de gewoonten, beleving en het gedrag van de particuliere Nederlander in kaart gebracht rondom het doen van de aangifte Inkomstenbelasting. De respondenten zijn particulieren (zonder eigen onderneming) die het invullen van de aangifte inkomstenbelasting niet uitbesteden aan professionals. Het onderzoek is uitgevoerd van 8 tot 12 februari 2019 door PanelWizard. Aan het onderzoek namen 1.069 aangifteplichtige respondenten deel vanaf 16 jaar.

Samenvatting onderzoeksresultaten
Algemeen:
• Een derde van de particulieren doet een half uur tot een uur over de belastingaangifte, ruim een kwart doet er langer dan een uur over en een derde is korter dan een half uur bezig.
• Het prettigste moment voor het doen van de belastingaangifte is als men alleen thuis is of als er juist iemand in de buurt is die kan helpen. Overdag, in de vroege avond, overdag en in het weekend zijn ook vaak geschikte momenten.
• Ruim een kwart zegt liever belastingaangifte te doen dan huishoudelijke klusjes (28%).
• Ruim een vijfde heeft behoefte aan iemand met kennis kosteloos mee te laten kijken bij de aangifte (22%), maar voor de grote meerderheid (56%) hoeft dat niet.
• Ruim de helft vindt de belastingaangifte eenvoudig (56%).

Voornemens:
• Bijna twee derde van de particulieren is voornemens de aangifte in de eerste twee weken van maart in te dienen (64%).
• Iets meer dan wee derde van de particulieren is voornemens de aangifte in de voor 1 april in te dienen (67%).
• Een zesde geeft toe dat ze in werkelijkheid vaak later aangifte doen dan ze zich hadden voorgenomen (16%).

De voorbereiding op de aangifte:
• Driekwart rond de aangifte ook op dezelfde dag af als dat ze er aan begonnen zijn (75%).
• Ruim een vijfde van de particulieren zegt op te zien tegen de belastingaangifte (23%), maar een meerderheid zegt juist niet op te zien tegen de belastingaangifte (54%).
• Bijna acht op de tien zoeken eerst de benodigde gegevens bij elkaar (78%).

Na het versturen van de aangifte:
• Bijna negen op de tien dienen hun aangifte in met het vertrouwen dat ze alles juist hebben ingevuld (88%).
• Ruim een derde vind het toch wel spannend wanneer zij de aangifte daadwerkelijk verzenden (36%).
• De helft is trots op zichzelf wanneer de aangifte is gedaan (48%) en 7% trakteert zichzelf op een lekkere snack na afronding.
• Zeven van de tien vinden de belastingaangifte achteraf vaak meevallen (70%).
Overig:
• Bijna zes van de tien particulieren hebben aanvullende kosten ingevuld bij de aangifte (57%); ruim twee van de tien voerden aanvullende zorgkosten in (23%) en iets minder dan een vijfde studiekosten (19%).
• Zes van de tien hebben een fiscaal partner (61%). Van die groep doen ruim acht op de tien de aangifte samen met hun partner (85%) en 15% doet dit los van elkaar.

5. Aangiftecampagne van de Belastingdienst

Uitvoerings- en Handhavingsbeleid
Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag
Postbus 20201 2500 EE Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk 2019-0000028142

Datum 27 februari 2019

Betreft voorbereiding aangiftecampagne inkomstenbelasting

 Geachte voorzitter, 
Hierbij informeer ik u over de aanstaande aangiftecampagne van de Belastingdienst en de voorbereidingen die zijn getroffen om belastingplichtigen in deze periode te ondersteunen bij het doen van aangifte inkomstenbelasting over 2018. Ik ga hieronder in op de hulp bij het invullen en indienen van de aangifte, de aangiftemogelijkheden, de Belastingtelefoon en de aanwezigheid in de media.

 Hulp bij het invullen en indienen van de aangifte
De Belastingdienst biedt burgers op verschillende manieren hulp bij het doen van aangifte inkomstenbelasting. Directe hulp, dat wil zeggen hulp van de Belastingdienst, wordt geboden via de website, de Belastingtelefoon (gratis), en de social media-kanalen. Verder biedt de Belastingdienst hulp op afspraak aan alle balies en op enkele ‘steunpunten’. In totaal kunnen, net als vorig jaar, op dertig locaties afspraken gemaakt worden met de Belastingdienst. Van deze mogelijkheid maakten vorig jaar tijdens de aangiftecampagne bijna 70.000 belastingplichtigen gebruik. 

Daarnaast biedt de Belastingdienst ook indirecte hulp. Dat betekent dat de Belastingdienst ondersteuning biedt aan andere partijen die belastingplichtigen helpen bij het zakendoen met de Belastingdienst. Dit gebeurt onder andere via het online Kennisnetwerk. Op de website www.belastingdienst.nl/kennisnetwerk biedt de Belastingdienst informatie over fiscale thema’s, maar kunnen bijvoorbeeld ook online cursussen gevolgd worden. Het Kennisnetwerk ondersteunt op deze manier maatschappelijke partijen, maar ook burgers die bijvoorbeeld een familielid bijstaan. In de aangiftecampagne van vorig jaar hebben zo’n 25.000 ‘helpers’ gebruik gemaakt van het Kennisnetwerk.

Tijdens de aangifteperiode bieden diverse maatschappelijke dienstverleners hulp bij het voldoen aan de aangifteplicht. Voorbeelden van helpende partijen zijn vak- en ouderenbonden, wijkcentra, belastingwinkels, sociaal werkers en formulieren- brigades. De Belastingdienst ondersteunt deze helpende partijen in de vorm van kennis en informatie en heeft ter voorbereiding op de aangifteperiode overleg met verschillende partijen om te borgen dat zij over de benodigde informatie beschikken om belastingplichtigen te kunnen ondersteunen. De Belastingdienst werkt samen met bibliotheken om maatschappelijk dienstverleners de mogelijkheid te bieden om door hele land spreekuren te houden in bibliotheeklocaties. De afspraken met de Koninklijke Bibliotheek over hulp op bibliotheeklocaties worden de komende jaren voortgezet.

Belastingtelefoonmedewerkers kunnen de dichtstbijzijnde locatie noemen waar door maatschappelijk dienstverleners hulp bij aangifte geboden wordt. Meer informatie hierover kunnen belastingplichtigen ook vinden op de website www.belastingdienst.gidsvoornederland.nl.

Om tijdens een hulpafspraak de aangifte van de belastingplichtige te bewerken, is zowel bij afspraken met de Belastingdienst als met een maatschappelijk dienstverlener, een DigiD-machtigingscode nodig. Deze code kan worden aangevraagd via de Belastingtelefoon en is gratis. Om het belastingplichtigen makkelijker te maken, stuurt de Belastingdienst sinds dit jaar februari de machtigingscode proactief op naar iedereen die deze code vorig jaar gebruikt heeft zodat zij hier zelf geen actie meer op hoeven te ondernemen.

Ondersteuning van maatschappelijk intermediairs vindt vooral digitaal plaats. Daarnaast worden enkele sessies op locatie georganiseerd waar een toelichting wordt gegeven op het werken met het digitale kennisnetwerk, zodat maatschappelijk intermediairs hun medewerkers en/of vrijwilligers binnen hun organisaties hierop kunnen trainen. Dit is conform de toezegging aan het lid Slootweg tijdens het najaarsnotadebat.Kamerstukken II 2018/19, 35095, nr. 38-6 Op 22 februari heeft de eerste ‘train de trainer’ sessie plaats gevonden.

Ook kunnen belastingplichtigen zich laten ondersteunen door fiscaal dienstverleners in het voldoen aan hun aangifteplicht. Ongeveer een kwart van de burgers kiest daarvoor. Ook met deze dienstverleners onderhoudt de Belastingdienst een nauwe relatie. Zo is er periodiek overleg met vertegenwoordiging van de sector in het zogenoemde Beconoverleg. Daarnaast ondersteunt de Belastingdienst een nieuws- en vraagforum, het Forum Fiscaal Dienstverleners, en worden maatschappelijk en fiscaal dienstverleners vroegtijdig bijgepraat over het nieuwe belastingplan en andere actuele procesveranderingen.

Aangiftemogelijkheden
Tijdens de aangiftecampagne maken miljoenen burgers gebruik van de website van de Belastingdienst om aangifte te doen. Vorig jaar is de aangiftecampagne zonder problemen verlopen, mede dankzij versterking van het onderliggende ICT- systeem. Ook voor dit jaar worden geen problemen door overbelasting als gevolg van drukte verwacht.

De Belastingdienst heeft een aantal verbeteringen doorgevoerd. Het portaal Mijnbelastingdienst is aangepast met het oog op een betere gebruikerservaring. De opmaak is logischer geworden, zaken zijn beter vindbaar en serviceberichten waarin belastingplichtigen geïnformeerd worden over relevante bijzonderheden zijn prominenter weergegeven. Ook is een eerste stap gezet om het portaal Mijnbelastingdienst ook goed leesbaar te maken op smartphones en tablets. De online omgeving waarin de daadwerkelijke aangifte wordt gedaan is nog niet geschikt gemaakt voor smartphones en tablets.

Net als in voorgaande jaren biedt de Belastingdienst, naast de mogelijkheid om zelf digitaal aangifte te doen via MijnBelastingdienst.nl, de mogelijkheid voor een groep belastingplichtigen met een eenvoudige aangifte gebruik te maken van de aangifte app. Deze app biedt de mogelijkheid om op de tablet of smartphone de aangifte inkomstenbelasting in te dienen. Hierbij wordt - net als bij de aangifte die wordt ingediend via het portaal MijnBelastingdienst - gebruik gemaakt van vooringevulde gegevens.

Tot slot kunnen belastingplichtigen ook aangifte doen op papier. Vorig jaar maakte tijdens de campagneperiode 1% van de belastingplichtigen van deze mogelijkheid gebruik. Belastingplichtigen die zijn geboren tot 1946 en die nog nooit digitaal aangifte hebben gedaan, krijgen het papieren aangiftebiljet automatisch toegestuurd. Belastingplichtigen waarbij dit niet het geval is en die wel graag op papier aangifte doen, kunnen via de Belastingtelefoon kosteloos een papieren biljet aanvragen.

 Belastingtelefoon

Ook voor de Belastingtelefoon is de aangiftecampagne ieder jaar weer een drukke periode. Dit jaar wordt gedurende de aangiftecampagne gestuurd op een bereikbaarheidsniveau van 75% en inclusief het keuzemenu wordt gestuurd op een bereikbaarheid van 90%. Veel telefoongesprekken worden inmiddels zonder tussenkomst van een belastingtelefoonmedewerker afgerond via het keuzemenu van de Belastingtelefoon. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een belastingplichtige uitstel van aangifte wil aanvragen of door teksten in het menu geholpen is.

Overigens kan onzekerheid rondom de Brexit tot extra druk op de Belastingtelefoon leiden. De Belastingdienst houdt hier rekening mee en bespreekt met andere klantcontactcentra hoe hiermee om te gaan; bijvoorbeeld door goed naar elkaar door te verwijzen.

Om deze verbeteringen in de bereikbaarheid te realiseren zijn extra uitzendkrachten geworven. Daarnaast hebben veel reeds bij de Belastingtelefoon werkzame uitzendkrachten een vast contract gekregen.

Naast een goede bereikbaarheid stuurt de Belastingdienst op de verbetering van de kwaliteit van de beantwoording van weinig voorkomende en complexe wet- en regelgevingsvragen door de Belastingtelefoon. Het primair proces van de Belastingtelefoon wordt daartoe heringericht. Van deze herinrichting is het deel dat betrekking heeft op de inkomstenbelasting reeds grotendeels geïmplementeerd. In het kader van deze herinrichting zijn na een succesvol doorlopen pilot in de afgelopen campagneperiode teams gevormd waarnaar doorverwezen kan worden bij vragen over veelvoorkomende thema’s zoals de aftrekposten eigen woning en box3, en inkomsten en heffingskortingen. Om de kwaliteit van deze antwoorden te monitoren, heeft de Belastingdienst in 2018 metingen gedaan. De resultaten zijn bemoedigend en laten vooralsnog een voldoende score voor de Belastingtelefoon zien. De metingen betroffen soortgelijke metingen als de Consumentenbond vorig jaar tijdens de aangifteperiode heeft uitgevoerd.

Aanwezigheid in de media

Binnenkort zult u de uitingen van de Belastingdienst weer op televisie, op straat, op de radio en op internet kunnen tegenkomen. Om belastingplichtigen te stimuleren om tijdig een juiste en volledige aangifte in te dienen, zet de Belastingdienst ieder jaar een campagne in. Dit jaar is die mediacampagne meteen ook de start van een nieuw concept voor alle campagnes van de Belastingdienst. Kern van het nieuwe concept is dat altijd voorop in de uitingen staat ‘voor wie’ de Belastingdienst het doet. Daarin worden burgers en ondernemers op een herkenbare en aansprekende manier aangesproken.

Naast campagnespotjes op radio, tv en internet, vraagt de Belastingdienst ook aandacht voor de aangiftecampagne gericht op media via betaalde en onbetaalde PR en persberichten over de voortgang van de aangifteperiode.

 Hoogachtend,

 De staatssecretaris van Financiën,

 Menno Snel

4. Bv gaf ten onrechte geen gebruikelijk loon en bijtelling privégebruik aan

A woonde in 2014 en 2015 in Nederland en is enig aandeelhouder in en bestuurder van X (bv; belanghebbende). X was in 2014 en 2015 op haar beurt enig aandeelhouder in en bestuurder van bv1 en bv2. De bedrijfsactiviteiten van het concern bestaan uit het exploiteren van een transportbedrijf.
A was voorts als Geschäftsführer betrokken bij een Duitse vennootschap. Bv1 heeft met ingang van 20 november 2014 aan A een BMW ter beschikking gesteld met een cataloguswaarde van € 100.528. De auto is ook voor privédoeleinden aan A ter beschikking gesteld en er is geen rittenregistratie bijgehouden.
X heeft over de tijdvakken gelegen in de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 december 2015 geen aangiften loonheffingen gedaan.
De Inspecteur heeft op 11 januari 2016 bij X een boekenonderzoek ingesteld. Daarbij is geconstateerd dat X ten onrechte geen aangiften loonheffingen heeft gedaan van de bijtelling van het privégebruik van de auto door A en het gebruikelijk loon van A. Daarop heeft de Inspecteur aan X naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht aannemelijk dat A werkzaamheden verrichtte voor de Nederlandse vennootschappen. De gebruikelijkloonregeling is alsdan van toepassing en het belastingverdrag met Duitsland staat hieraan niet in de weg. Voor een gedeeltelijke toerekening van het voordeel van het privégebruik van de BMW aan de Duitse UG is ook geen plaats. Wel matigt de Rechtbank de boetes. Niet aannemelijk is dat sprake is van (voorwaardelijk) opzet, maar grove schuld is wel aannemelijk, aldus de Rechtbank. 
Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant, nr. 17/3316

  • 1
  • 2