8. Wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag per 1 juli 2019

De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag wijzigen per 1 juli 2019. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt de hoogte van het wettelijk minimumloon elk jaar per 1 januari en 1 juli opnieuw vast.

Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband is per 1 juli 2019:

€ 1.635,60 bruto per maand (nu € 1615,80)
€ 377,45 bruto per week (nu € 372,90)
€ 75,49 bruto per dag (nu € 74,58)

Minimumjeugdloon per 1 juli 2019:

 

7. Salderingsregeling zonnepanelen ongewijzigd verlengd tot 2023

Tot 1 januari 2023 verandert er niets voor wie al zonnepanelen heeft. Het blijft hierdoor financieel aantrekkelijk voor huishoudens en bedrijven om te investeren in zonnepanelen. Eigenaren van zonnepanelen kunnen 3 jaar langer salderen dan was voorzien in het regeerakkoord.

Afbouwen
Per 1 januari 2023 zal de salderingsregeling geleidelijk afbouwen. Dat wil zeggen dat het voordeel dat huishoudens en bedrijven ontvangen op hun energiebelastingen - in ruil voor het terugleveren aan het net - elk jaar iets vermindert.

Vanaf 2023 zal ieder huishouden en bedrijf met zonnepanelen automatisch meegaan met de afbouw van salderen.

Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en staatssecretaris Snel (Financiën) hebben besloten de salderingsregeling voor zonnepanelen tot 1 januari 2023 ongewijzigd voort te zetten.

Lees ook: Salderingsregeling zonnepanelen verlengd tot 2023

6. Btw-tarief lustopwekkende producten

Een bv exploiteert een seksshop. Zij verkoopt artikelen, waaronder producten die worden aangeduid als Libidoforte (capsules), Spanish fly (druppels) en Rush herbal poppers (sprays). In geschil is of deze lustopwekkende middelen zijn aan te merken als voedingsmiddelen als bedoeld in post a.1 van Tabel I bij de Wet OB 1968. Volgens Hof Den Haag is dat het geval. Het heeft geoordeeld dat de producten zijn aan te merken als eet- en drinkwaren die plegen te worden aangewend voor menselijke consumptie, omdat zij voor oraal gebruik dienen en ook bestanddelen – in hoofdzaak van plantaardige en/of dierlijke afkomst – bevatten die eigen zijn aan voor menselijk gebruik bestemde voedingsmiddelen. Het gegeven dat de producten worden aangeprezen en ook worden gebruikt als een (seks)lustopwekkend middel, staat niet aan de toepassing van het verlaagde tarief van tabel I, post a.1 in de weg, aldus het Hof. De staatssecretaris van Financiën heeft bij de Hoge Raad cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad twijfelt over het te hanteren criterium en heeft over deze kwestie prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. De zaak is aangehouden.
(Hoge Raad, 19 april 2019, nummer 17/01725)

5. Auto is ook tijdens vakanties ter beschikking gesteld; waarde geïmporteerde auto

Holding A heeft aan haar dga een Renault Twingo ter beschikking gesteld. Ter zake hiervan is een bijtelling privégebruik auto bij het loon van de dga gerekend. Holding A heeft ook een 50% dochter  die trainingen voor de brandweer verzorgt. Deze worden verzorgt door de dga van Holding A. Deze dochter heeft aan de dga van Holding A een geïmporteerde Volvo ter beschikking gesteld voor het verrichten van de werkzaamheden ten behoeve van de dochter. Aan de dga is op diens verzoek een ’verklaring geen privégebruik auto’ ten aanzien van de Volvo verstrekt.
De dga heeft in 2015 ten behoeve van twee vakanties 5.621 kilometers met de Volvo gereden. Hij heeft de Volvo voor dit gebruik gehuurd van de dochter voor een bedrag van € 1.106. Voorts heeft de dga de brandstofkosten en vignetkosten voor zijn rekening genomen.
De Inspecteur heeft op grond van de vakantieritten geconcludeerd dat de dga niet heeft doen blijken dat de Volvo in 2015 voor niet meer dan 500 kilometers voor privédoeleinden is gebruikt.
De Inspecteur heeft op grond van de vakantieritten geconcludeerd dat X niet heeft doen blijken dat de Volvo in 2015 voor niet meer dan 500 kilometers voor privédoeleinden is gebruikt.
In geschil is een in verband hiermee opgelegde naheffingsaanslag loonheffing.
Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt het standpunt van de dga dat de Volvo gedurende de vakanties niet aan hem ter beschikking is gesteld in de zin van de autokostenfictieregeling. De Inspecteur heeft terecht een bijtelling privégebruik ter zake van de Volvo in aanmerking genomen. Het Hof volgt de door de Inspecteur berekende catalogusprijs van de Volvo op de datum van eerste toelating (€ 64.592). De naheffingsaanslag is juist berekend. Het door de dga betaalde bedrag van € 1.106, dat in wezen een betaalde vergoeding voor het privégebruik vormt, is terecht in mindering gebracht op het bedrag van de bijtelling.

4. Antwoorden Kamervragen over 'trouwleges'

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft Kamervragen beantwoord over een bericht op RTL-nieuws dat de trouwkosten per gemeente fors verschillen. De minister geeft in haar antwoorden aan dat het vaststellen van de tarieven geschiedt binnen de lokale autonomie die gemeenten hebben. Verschillen in de tarieven per dag zijn lokaal gekozen. Op vrijdag trouwen is doorgaans duurder, omdat dit een populaire dag is om in het huwelijk te treden. Een hoger tarief op vrijdag zorgt voor een betere spreiding van de drukte gedurende de rest van de week. Ook is het mogelijk dat door een hoger tarief op vrijdag te vragen de gemeente de huwelijksvoltrekking op andere werkdagen goedkoper kan aanbieden. Op de vraag of de minister de mening deelt dat een mooie plechtigheid op één van de mooiste dagen van je leven voor iedereen betaalbaar zou moeten zijn, antwoordt zij het volgende:
Gemeenten moeten de mogelijkheid bieden om gratis te trouwen. Gemeenten met meer dan tienduizend inwoners moeten twee momenten per week bieden. Het zou dientengevolge voor iedereen betaalbaar moeten zijn om te trouwen. Voorgaande blijkt uit artikel 4, lid 1, Wet rechten burgerlijke stand. Sommige gemeenten kiezen er daarnaast ook voor om kwijtschelding van trouwleges te verlenen aan personen die in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen.
Bij het vaststellen van het legestarief voor het trouwen mag een gemeente het inkomen op grond van artikel 219, lid 2, Gemw overigens niet meewegen, aldus de minister.

  • 1
  • 2