7. Beantwoording Kamervragen over partneralimentatie en de tariefmaatregel
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de fiscale aftrek van partneralimentatie die de komende jaren door de zogenaamde tariefmaatregel wordt verlaagd. Vanaf 1 januari 2020 volgen bepaalde aftrekposten het versnelde afbouwschema van de hypotheekrenteaftrek, waaronder de partneralimentatie. In 2020 is het aftrektarief voor al deze ‘grondslagverminderende posten’ maximaal 46%, in 2021 43%, in 2022 40% en in 2023 is het aftrektarief gelijk aan het basistarief van 37,05%.
Volgens de staatssecretaris heeft de tariefmaatregel voor 72% van de alimentatieplichtigen geen gevolgen.
De groep alimentatiegerechtigden die partneralimentatie ontvangt van een alimentatieplichtige die wel onder de tariefmaatregel valt, kan gevolgen ondervinden van de tariefmaatregel als de alimentatieplichtige een verzoek tot herziening indient en de alimentatieplicht als gevolg van de tariefmaatregel neerwaarts wordt bijgesteld.
Indien de hoogte van de partneralimentatie neerwaarts wordt bijgesteld, ontvangt de alimentatiegerechtigde minder partneralimentatie. Afhankelijk van de individuele situatie kan dit lagere bedrag in meer of mindere mate gecompenseerd worden door lagere belasting en door eventuele hogere toeslagen. De effecten voor de alimentatiegerechtigde staan niet op voorhand vast. Deze kunnen individueel heel verschillend uitpakken, aldus de staatssecretaris.
6. Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) verkleint verschil flex en vast
Heeft uw klant personeel? In het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) staan maatregelen voor flexibel werk, het ontslagrecht en de financiering van de WW. Het kabinet wil werkgevers aanmoedigen om werknemers in vaste dienst te nemen. Ook moeten flexwerkers meer zekerheid in werk en inkomen krijgen. De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) gaat in op 1 januari 2020.
Maatregelen uit het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)
WW-premie naar type contract
Uw klant gaat een lage WW-premie betalen voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract. De sectorpremie vervalt. Het verschil tussen de hoge en lage WW-premie is 5 procentpunt.
Ontslag en transitievergoeding
Er komt een extra reden voor ontslag: de cumulatiegrond. Ontslag wordt ook mogelijk wanneer omstandigheden uit verschillende ontslaggronden samen zorgen voor een redelijke grond voor ontslag.
Is de cumulatiegrond een reden voor ontslag? Dan kan de rechter een extra vergoeding toekennen van maximaal een halve transitievergoeding. Dit komt bovenop de transitievergoeding waar een werknemer recht op heeft.
De werknemers van uw klant krijgen vanaf de 1e werkdag recht op een transitievergoeding, ook tijdens de proeftijd. Nu kunnen werknemers pas een transitievergoeding krijgen als zij 2 jaar of langer in dienst zijn.
Bij ontslag krijgt iedereen een transitievergoeding van een derde maandsalaris per gewerkt jaar. Het maakt dan niet uit hoelang de werknemer bij uw klant werkte.
Moet uw klant zijn bedrijf sluiten omdat hij met pensioen gaat, ziek is of overlijdt? En heeft hij minder dan 25 werknemers? Dan kan hij compensatie krijgen voor de transitievergoedingen.
Per 1 april 2020 wordt de Regeling compensatie transitievergoeding bij langdurige ziekte ingevoerd. Doel van de regeling is om dubbele kosten voor u bij langdurige ziekte van een werknemer tegen te gaan.
Tijdelijk personeel en ketenbepaling
Uw klant kan een werknemer langer in tijdelijke dienst houden. Het kabinet wil de ketenbepaling uitbreiden van 2 naar 3 jaar. De ketenbepaling is de periode waarna elkaar opvolgende tijdelijke contracten automatisch overgaan in een vast contract.
Personeel met een tijdelijk contract kan uw klant na een pauze van 3 maanden weer inhuren. Nu is dat een pauze van 6 maanden. Dit kan alleen bij terugkerend tijdelijk werk dat iemand maximaal 9 maanden per jaar voor uw klant uitvoert. En als er afspraken over staan in de cao.
Payrollmedewerkers en oproepkrachten
Payrollkrachten krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers die bij uw klant in dienst zijn. Ook krijgen zij recht op een passende pensioenregeling.
Uw klant moet een oproepwerknemer minstens 4 dagen van tevoren oproepen. Oproepkrachten houden recht op loon over die uren als uw klant dit werk minder dan 4 dagen van tevoren afzegt. In een cao kunnen afspraken worden gemaakt om de termijn van 4 dagen te verkorten tot 1 dag.
Uw klant moet een oproepkracht na 12 maanden een contract voor een vast aantal uren geven. Dit moet hetzelfde aantal uren zijn als de werknemer gemiddeld in de afgelopen 12 maanden voor uw klant werkte.