8. Klantennieuwsbrief met eindejaarstips komt er aan

Deze week rondt de Tweede Kamer de behandeling van het pakket Belastingplan 2020 af. De Kamer stemt op 14 november 2019 over de ingediende amendementen en moties. Daarna wordt het pakket wetsvoorstellen doorgezonden naar de Eerste Kamer die op 17 december aanstaande over de wetsvoorstellen zal stemmen. Het is vrijwel zeker dat het hele pakket aan wetsvoorstellen door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer zal worden aangenomen. Anders dan de Tweede Kamer, kan de Eerste Kamer middels amendementen geen wijzigingen aanbrengen in wetsvoorstellen. Op 14 november aanstaande ligt het defintieve pakket daarmee vast. Met de klantennieuwsbrief met eindejaarstips hoeft dus niet te worden gewacht tot de Eerste Kamer over het pakket wetsvoorstellen zal hebben gestemd. De klantennieuwsbrief staat daarom in de tweede helft van november voor u klaar. U ontvangt hierover van ons bericht.

Met vriendelijke groet,

Lilian Bergmans, Felix Peppelenbosch

7. Alcoholhoudende dranken in restaurants hoog btw-tarief ook als dat bij een maaltijd is

Op alcoholhoudende drank zit 21% btw. Dat is niet anders als die alcoholhoudende drank in een restaurant wordt verstrekt, ook niet als dat bij een maaltijd is waarop 9% btw zit. Dat heeft de Hoge Raad op 8 november 2019 geoordeeld.

Als je een alcoholhoudende drank in de winkel koopt, betaal je daarover 21% btw. De ondernemer in de zaak van vandaag, een restauranthouder, vindt dat als je een alcoholhoudende drank geserveerd krijgt in een restaurant, je daarover maar 9% btw zou moeten betalen. In de wet staat namelijk dat restaurantdiensten onder het lage btw-tarief vallen (9%). Dat tarief geldt volgens de restauranthouder voor alle eet- en drinkwaren die na een restaurantbezoek op de rekening staan, dus ook voor de alcoholhoudende dranken. Als de wetgever niet wil dat alcoholhoudende dranken onder het tarief voor restaurantdiensten vallen dan had hij dat maar duidelijker in de wet moeten zetten.

De Hoge Raad oordeelt dat ook als alcoholhoudende dranken in een restaurant worden geserveerd, daarop 21% btw zit. Dat volgt namelijk uit de wet. Daarin zijn alcoholhoudende dranken niet als ‘voedingsmiddelen’ aangemerkt en volgens de wet geldt alleen voor het verstrekken van voedingsmiddelen (eten en niet-alcoholhoudende dranken) in een restaurant het btw-tarief van 9%. De Hoge Raad is het dus oneens met de restauranthouder dat de wetgever niet duidelijk heeft bepaald dat ook op alcoholhoudende dranken die in een restaurant worden genuttigd 21% btw zit.

Dat alcoholhoudende dranken in Nederland zijn uitgezonderd van het verlaagde tarief van 9% is in lijn met Europees recht. Dat leidt de Hoge Raad af uit de toelichting op de Europese Btw-richtlijn en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daaruit blijkt namelijk helder dat de Europese Unie het goed vindt dat de lidstaten de verstrekking van alcoholhoudende dranken tegen het hoge btw-tarief belasten, terwijl ander eten en drinken in een restaurant laag belast is.

Het oordeel van de Hoge Raad betekent voor de restauranthouder in kwestie dat zij geen teruggaaf krijgt van de 21% btw die zij aan de Belastingdienst heeft betaald over de door haar geserveerde alcoholhoudende dranken.

 

6. Schriftelijk addendum voldoende voor lage WW-premie

Voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is overgegaan naar onbepaalde tijd, mag uw klant onder voorwaarden de lage WW-premie toepassen in 2020. In de loonadministratie kunt u een schriftelijk addendum opnemen dat is ondertekend door werkgever en werknemer. Het kan zijn dat uw klant werknemers in dienst heeft die oorspronkelijk een arbeidsovereenkomst hadden voor bepaalde tijd, maar die van rechtswege is overgegaan naar onbepaalde tijd. Voor deze werknemers is niet altijd een schriftelijke overeenkomst voor onbepaalde tijd aanwezig. Het is belangrijk dat u dit alsnog vastlegt in een addendum. Is de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog niet verstreken, maar wil uw klant deze al omzetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd? Of wordt een contract voor bepaalde tijd opgevolgd door een contract voor onbepaalde tijd? Dan mag u dit ook vastleggen in een addendum.

Voorwaarden addendum
- Uw klant mag voor deze werknemers in 2020 de lage WW-premie gebruiken als de werknemer voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Werknemer en werkgever hebben een schriftelijk addendum ondertekend.
- Uit dit addendum blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.
- U bewaart dit addendum bij de loonadministratie.

5. UWV zet oude inlogmethode werkgeversportaal dicht

Heeft uw klant nog geen eHerkenning? Dan moet hij dit zo snel mogelijk aanvragen. Werkgevers kunnen vanaf 1 november 2019 alleen nog met eHerkenning inloggen op het werkgeversportaal van UWV. De oude inlogmethode gaan zij in fases dichtzetten.
Als uw klant niet op tijd eHerkenning heeft kan dit grote gevolgen hebben voor werknemers die voor de verstrekking van hun uitkering, afhankelijk zijn van de meldingen van werkgevers. Het risico bestaat dat zij straks bijvoorbeeld hun ziekte- of zwangerschapsuitkering niet op tijd ontvangen.
Het proces om een eHerkennings-middel te verkrijgen kan enkele dagen, maar ook enkele weken in beslag nemen. Het aantal aanvragen is in korte periode enorm gestegen. Hierdoor is de verwerkingstijd opgelopen bij alle leveranciers van eHerkenning. Het is dan ook belangrijk dat werkgevers zo snel mogelijk actie ondernemen. Alleen zo kunnen ze gebruik blijven maken van de dienstverlening van UWV.

4. Nieuw btw-identificatienummer: dit moet u weten

Tussen 10 en 31 oktober 2019 ontvingen bijna 1.3 miljoen eenmanszaken een nieuw btw-identificatienummer (btw-id). In dat nummer is het burgerservicenummer (BSN) niet verwerkt.
Het btw-id is alleen nog naar het bedrijf te herleiden. Zo is de privacy van ondernemers met een eenmanszaak beter gewaarborgd. In dit bericht leest u antwoorden op de vragen: wanneer moet uw klant het btw-id gaan gebruiken? En zijn leveranciers en klanten, moeten die ook het btw-id gaan gebruiken? Wat gebeurt er met het oude omzetbelastingnummer?
Het btw-id vermeldt de ondernemer vanaf 1 januari 2020 op zijn facturen, internetsite en gebruikt het voor contacten met klanten en leveranciers. Ook aanpassing van het nummer in de software (zowel in die van u als van uw klant) is nodig. Het btw-id is een persoonlijk, uniek nummer en bestaat net als nu uit: NL - 9 cijfers - B - 2 cijfers. Het verschil is dat de 9 cijfers niet langer gerelateerd zijn aan het BSN en het controlenummer na de B een willekeurig getal is.
Het BSN-gerelateerde omzetbelastingnummer (ob-nummer) blijft u gebruiken bij contact met de Belastingdienst rond de afhandeling van de omzetbelasting. De ondernemer ziet het ob-nummer terug op het portaal als hij btw-aangifte doet. En het staat in de brieven over de omzetbelasting die u of uw klant van de Belastingdienst ontvangt.

Klanten en leveranciers
Het btw-id identificeert uw klant als btw-plichtig ondernemer. Het geeft aan dat uw klant btw in rekening mag brengen. Daarnaast gebruiken zijn klanten het btw-id om met de EU-zoekmachine VIES na te gaan of een bedrijf ingeschreven is voor handelstransacties met bedrijven in andere EU-landen. Het huidige btw-id (na 1 januari ob-nummer) staat vanaf 1 januari 2020 niet meer in VIES. De onderneming is vanaf die datum onder het nieuwe btw-id te vinden in VIES. Voor de Belastingdienst is de historische informatie wel zichtbaar in VIES.
Leveranciers van uw klant gebruiken zijn btw-id in hun administratie om er zeker van te zijn dat uw klant een btw-plichtige ondernemer is. Leveranciers kunnen zijn btw-id bijvoorbeeld gebruiken om btw aan hem te verleggen. En ook (buitenlandse) leveranciers gebruiken het btw-id om het bedrijf van uw klant in VIES te controleren op inschrijving.
Als uw klant als eenmanszaak intracommunautair inkoopt/verwerft, dan moet vanaf 1 januari 2020 de buitenlandse leverancier het btw-id van uw klant op zijn factuur vermelden. Krijgt uw klant in 2020 een factuur voor prestaties die de EU-leverancier al in 2019 heeft verricht? En staat op deze factuur toch het ob-nummer? Dan hoeft uw klant de leverancier niet te vragen om een factuur met het nieuwe btw-id.

MOSS
Ook in de regeling Mini One Stop Shop (MOSS) moet uw klant vanaf 1 januari 2020 het btw-id gebruiken. Uw klant krijgt in 2019 nog 2 brieven over de aanpassing van zijn btw-id voor de MOSS: eind november een afmeldingsbrief en begin december een aanmeldingsbrief. Uw klant is niet af- en later weer aangemeld voor de MOSS-regeling. Uw klant krijgt deze brieven omdat de Belastingdienst het btw-id voor de MOSS aanpast.
Artikel 23
Beschikt uw klant als eenmanszaak over een vergunning artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968? Dan ontvangt hij in het 4e kwartaal van 2019 van de Belastingdienst een nieuwe vergunning met het nieuwe btw-id.

Aankoop zonnepanelen
Heeft uw klant destijds een btw-nummer ontvangen bij de aanschaf van zonnepanelen? En aangifte gedaan omdat hij de btw ontvangt? Het nieuwe btw-id is dan niet nodig omdat uw klant niet factureert en geen aangifte omzetbelasting meer doet. Hebt u het btw-identificatienummer in de toekomst wel nodig omdat uw klant btw-belaste leveringen of diensten gaat verrichten? Neem dan contact op met de Belastingdienst.

Nieuwe KOR en Vrijgestelden
Ondernemers die vrijgesteld zijn van btw of gebruik maken van de nieuwe KOR hebben in het verleden een btw-nummer ontvangen. Daarom hebben zij ook dit nieuwe btw-id nummer ontvangen. Zij hoeven hier niets mee te doen, behalve de brief met het btw-id goed bewaren mochten zij deze in de toekomst nodig hebben. Bijvoorbeeld als ze goederen of diensten gaan leveren die met btw zijn belast.

  • 1
  • 2