8. Aanvullend geboorteverlof vanaf 1 juli 2020

Vanaf 1 januari 2019 krijgen partners eenmaal het aantal werkuren per week aan geboorteverlof.
De werkgever betaalt het loon tijdens dit verlof volledig door. Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners tot
maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen, voor een kind geboren vanaf 1 juli 2020.
Zij krijgen dan een uitkering van UWV ter hoogte van 70% van hun dagloon tot maximaal 70% van het
maximumdagloon. UWV betaalt de uitkering rechtstreeks aan de werknemer of via de werkgever.
Betaalt u de uitkering door aan de werknemer, zonder aanvulling, dan is sprake van gedeeltelijk betaald
verlof. U geeft dit aan in de rubriek Code incidentele inkomstenvermindering met de waarde “G”
(Aanvullend geboorteverlof ).
Als uw werknemer gebruik wil maken van het aanvullend geboorteverlof, vraagt u dit aan bij UWV
(voor meer informatie, zie UWV.nl.
)

7. Beantwoording Kamervragen over de nieuwe kleineondernemersregeling

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de nieuwe kleineondernemersregeling (KOR). De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een artikel in het FD van 10 januari 2020 getiteld: belangenorganisaties houden twijfels over nieuwe btw-vrijstelling kleine ondernemers.
De staatssecretaris geeft aan dat alle kleine ondernemers onder de nieuwe (KOR) zouden moeten kunnen vallen. Het gaat om ondernemers bij wie de omzet die voor die regeling als maatstaf geldt, maximaal € 20.000 per jaar is. De nieuwe KOR is daarom in vergelijking met de oude KOR uitgebreid in die zin dat niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen gebruik kunnen maken van de regeling. Zo kunnen bijvoorbeeld ook de vele kleine Nederlandse stichtingen en verenigingen van de nieuwe KOR gebruikmaken. Dit betekent dat alle ondernemers die op basis van de KOR als kleine ondernemer worden aangemerkt de regeling kunnen toepassen wanneer zij dat willen. Naast het financiële voordeel van maximaal € 4.200 (21% x € 20.000) betekent de nieuwe KOR automatisch ontheffing van administratieve verplichtingen zoals het indienen van aangiften en het uitreiken van facturen. In de oude regeling was dit alleen mogelijk als op jaarbasis minder dan € 1.345 btw was verschuldigd en de ondernemer om ontheffing van administratieve verplichtingen had verzocht. Overschrijdingen van de KOR-drempel gedurende een jaar leiden niet meer tot correcties over voorbije tijdvakken van dat jaar. De nieuwe KOR is in al deze aspecten een administratieve vereenvoudiging, waarvoor de ondernemer zelf kan kiezen. Voor een aanpassing van de KOR ziet de staatssecretaris daarom geen aanleiding.

6. Goed voorbereid de aangiftecampagne in: giftenaftrek

De Belastingdienst merkt dat de aftrek van giften soms nog problemen oplevert. In dit artikel leest u meer over deze persoonsgebonden aftrekpost. U krijgt antwoord op de vraag welke giften aftrekbaar zijn. Ook komen de meest gemaakte fouten aan bod.

Aftrekbare giften zijn verdeeld in (gewone) giften en periodieke giften.

Gewone giften zijn onder voorwaarden aftrekbaar als ze worden gedaan aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), een culturele ANBI, of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI). Let er op dat alleen giften aan een steunstichting SBBI aftrekbaar zijn, giften aan een SBBI dus niet. Een overzicht van de steunstichtingen SBBI staat op de internetsite van de Belastingdienst.
Periodieke giften zijn onder voorwaarden aftrekbaar als ze worden gedaan aan een ANBI, een culturele ANBI of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid én minimaal 25 leden. Periodieke giften zijn niet aftrekbaar als ze worden gedaan aan een steunstichting SBBI of SBBI. Ze zijn wél aftrekbaar als de SBBI kwalificeert als een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid én minimaal 25 leden.

Als een instelling de ANBI-status verliest, dan zijn de giften aan zo’n instelling niet meer aftrekbaar. Dit geldt vanaf het moment dat de ANBI-status niet meer in het ANBI-register van de Belastingdienst staat vermeld.
Drempel en maximum alleen voor gewone giften

Voor periodieke giften geldt geen drempel of maximum. Daar staat tegenover dat een gewone gift niet volledig aftrekbaar is. Bij een gewone gift geldt een drempel van minimaal 1% van het drempelinkomen en minimaal € 60. Het drempelinkomen is het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. De aftrek is beperkt tot maximaal 10% van het drempelinkomen. Voor fiscale partners berekent u de aftrek door de gewone giften en de drempelinkomens van beide partners bij elkaar op te tellen.
Aannemelijk maken van de giften

Voor alle giften geldt dat u deze met schriftelijke stukken aannemelijk moet kunnen maken, bijvoorbeeld met bankafschriften of kwitanties. De Belastingdienst kan deze stukken tot 5 jaar terug bij u opvragen.
Wat ziet de Belastingdienst in de praktijk?

periodieke giften niet vastgelegd
Een veelgemaakte fout bij de aftrek van periodieke giften is dat de gift niet in een notariële of onderhandse schenkingsakte is vastgelegd. Voorbeelden van een onderhandse schenkingsakte vindt u op de internetsite van de Belastingdienst.

Verhoging giften culturele ANBI onterecht of verkeerd toegepast Giften aan een culturele ANBI mag uw klant met 25% verhogen. Deze verhoging is zowel op de gewone gift als de periodieke gift van toepassing. In het programma ANBI opzoeken ziet u of een ANBI een culturele ANBI is. Als achter de naam van de instelling een datum in de kolom 'Cultuur begindatum’ staat, gaat het om een culturele ANBI.

De verhoging bedraagt maximaal € 1.250. Als de gift aan een culturele ANBI een
gewone gift is, dan geldt hiervoor het maximum aftrekbare bedrag van 10% van
het drempelinkomen. Dit maxium wordt dan ook verhoogd met de verhoging die
geldt voor de gift zelf.

Let op! Houd rekening met de begin- en einddatum van de culturele ANBI.
Mogelijk heeft de ANBI in het betreffende aangiftejaar nog niet de status
“culturele ANBI” of is de status ingetrokken.

vrijwilligersvergoeding onterecht als gift aangemerkt Ziet uw klant af van een vrijwilligersvergoeding van een (culturele) ANBI en neemt u dit als gift in aanmerking? Dan zijn er 3 situaties mogelijk:

1. Beschikt de ANBI niet over de intentie of middelen om aan de vrijwilliger een
onbelaste vrijwilligersvergoeding te verstrekken, dan heeft de vrijwilliger geen
reëel recht op de vergoeding. Hij kan deze niet als gift in aanmerking nemen. De
voorwaarden voor aftrek in deze situatie, vindt u op de internetsite van
de Belastingdienst.
2. Krijgt de belastingplichtige geen vrijwilligersvergoeding, maar maakt hij wel
kosten voor de (culturele) ANBI? Dan kan hij de werkelijk gemaakte kosten onder
voorwaarden ook aftrekken als gift. Daarbij is van belang of de vrijwilliger
wel of geen vergoeding kan krijgen voor de gemaakte kosten. Kijk voor de
voorwaarden voor aftrek in deze situaties op de internetsite van de Belasting-
dienst.
3. Ziet de vrijwilliger af van de vrijwilligersvergoeding én maakt hij kosten die de
ANBI niet vergoed? En komen deze kosten naar maatschappelijke opvattingen
wel in aanmerking voor vergoeding? Dan telt voor de aftrek van de werkelijke
kosten alleen het deel mee dat hoger is dan de vrijwilligersvergoeding.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over de voorwaarden voor giftenaftrek op de internetsite van de Belastingdienst:
• Periodieke en gewone giften
• ANBI, vereniging en steunstichting SBBI

5. Minimaal 1 jaar niets aangegeven op btw-aangifte

De Belastingdienst heeft een brief gestuurd aan ondernemers die minimaal 1 jaar geen btw hebben afgedragen of in aftrek hebben gebracht. In dat geval gaat de Belastingdienst ervan uit dat de onderneming is gestopt. Heeft uw klant de brief ontvangen en is zijn onderneming niet gestopt? Stuur dan uiterlijk 25 februari een brief.

Is uw klant inderdaad gestopt met zijn onderneming? Dan hoeft u niets te doen. De Belastingdienst trekt het omzetbelastingnummer (ob-nummer) in en het btw-identificatienummer komt te vervallen. Uw klant ontvangt hierover een bericht van de Belastingdienst.

De Belastingdienst zet geen nieuwe btw-aangiften meer klaar. Reeds klaargezette btw-aangiften moet u nog wel invullen en versturen.

Trekt de Belastingdienst het ob-nummer in door gebrek aan economische activiteiten? Dan kan het zijn dat uw klant btw moet betalen over de waarde van bedrijfsmiddelen die naar privé zijn overgegaan.
Niet gestopt

Is uw klant niet gestopt met de onderneming? Dan moet u of uw klant uiterlijk 25 februari 2020 een brief aan de Belastingdienst sturen met daarin de volgende gegevens:

het kenmerk van de ontvangen brief (ob-nummer)
waarom al minimaal 1 jaar is ingevuld dat niets aan te geven is
het telefoonnummer waarop de Belastingdienst u kan bereiken tijdens kantooruren
het e-mailadres (alleen als de Belastingdienst u per e-mail mag benaderen)
waarom uw klant volgens u onder een ontheffing, vrijstelling of bijzondere regeling valt

Stuur uw brief naar het volgende adres:
Belastingdienst/Nihilaangiften
Postbus 2762
6401 DG Heerlen

Na ontvangst van de brief neemt de Belastingdienst schriftelijk of telefonisch contact op. De Belastingdienst trekt het ob-nummer niet in voordat er contact is geweest.

4. Lage WW-premie ook bij digitale arbeidsovereenkomst

Als u een digitale arbeidsovereenkomst met een digitale handtekening bij de loonadministratie bewaart, voldoet u aan de voorwaarde van een schriftelijke arbeidsovereenkomst in het kader van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). 
Eén van de voorwaarden voor het toepassen van de lage WW-premie in 2020 is dat er een schriftelijke arbeidsovereenkomst is. U mag hiervoor ook een digitale overeenkomst met digitale handtekening gebruiken.

De handtekening moet wel voldoen aan de voorwaarden van artikel 3:15a Burgerlijk Wetboek.

Gerelateerd artikel

Overzichtsartikel WAB

  • 1
  • 2