7. Uitkeringsbedragen per 1 januari 2021

Per 1 januari 2021 is de hoogte van een aantal uitkeringen aangepast. Het gaat om de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (Anw), Wet werk en arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Ziektewet (ZW) en de Toeslagenwet (TW). Dat komt omdat deze uitkeringen gekoppeld zijn zijn aan het wettelijk minimumloon.
Het minimumloon stijgt van 1.680,00 naar € 1.684,80 bruto per maand. Tevens worden de minimumjeugdlonen per 1 januari 2021 herzien.

Bekijk ook het totaaloverzicht met alle uitkeringsbedragen per 1 januari 2021.

 

6. Pilot webmodule van start gegaan

De pilot van de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) is online gegaan. Opdrachtgevers kunnen door de vragenlijst in te vullen helder krijgen of ze een zelfstandige mogen inhuren voor een klus of dat er een arbeidscontract nodig is. Deze pilot webmodule is anoniem en er kunnen in deze fase geen rechten aan worden ontleend. Het kabinet wil de pilot later dit jaar evalueren om erachter te komen of de module als instrument behulpzaam is en om hem waar nodig te verbeteren.

De commissie Regulering van Werk (commissie Borstlap) en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) wezen vorig jaar op structurele problemen op de arbeidsmarkt. Zo is het belangrijk dat het helder is wanneer werk door een zelfstandige gedaan mag worden en wanneer door een werknemer. Dit onderscheid is van belang omdat de verschillende contracten grote verschillen kennen in de arbeidsrechtelijke bescherming, de rechten op sociale zekerheid en in de fiscale behandeling.Het kabinet werkt daarom aan een webmodule die meer duidelijkheid geeft of werk binnen of buiten een dienstbetrekking kan worden gedaan en of er loonheffing moet worden afgedragen.

Deze module start nu eerst zes maanden als pilot en is te vinden via de website van het Ondernemersplein.  In de pilotfase is de webmodule bedoeld als voorlichtingsinstrument. De deelname is vrijwillig en de webmodule kan anoniem worden ingevuld.

In de zomer van 2021 wordt geëvalueerd of de webmodule als instrument behulpzaam is en wordt er besloten over de eventuele definitieve inzet van de webmodule. Daarbij is de inzet erop gericht dat de webmodule waar mogelijk zekerheid gaat geven, mits deze naar waarheid is ingevuld. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden voor handhaving, misbruikrisico’s en naar de gevolgen voor de uitvoeringsinstanties.

Het kabinet wil deze periode ook benutten om een breed maatschappelijk gesprek te voeren over de wijze waarop we nu werken, welke klussen wel en niet door een zelfstandige zouden moeten worden gedaan en over mogelijke knelpunten in de regelgeving. Dit gesprek zou vorig jaar plaatsvinden maar is door de coronacrisis stil komen te liggen en wordt vanaf januari 2021 weer opgepakt.

Na afloop van de pilot webmodule beslist het kabinet op welk moment de handhaving (gefaseerd) wordt opgestart, op z’n vroegst is dat 1 oktober 2021. Uiteraard wordt de markt tijdig over zo’n besluit geïnformeerd. De Belastingdienst en de Inspectie SZW zitten in de tussentijd niet stil.

De Belastingdienst houdt toezicht op de arbeidsrelatie in het kader van de loonheffingen, geeft voorlichting en biedt een helpende hand om duidelijkheid te geven wanneer een arbeidsrelatie geen dienstbetrekking is volgens de huidige wet. Contact en overleg met opdrachtgevers kan al tot aanpassing van de werkwijze en dus tot verbetering leiden. Bij het niet opvolgen van aanwijzingen of als er sprake is van kwaadwillendheid, handhaaft de Belastingdienst.

 

5. Hulpmiddelen voor meer overzicht steunpakket coronamaatregelen

De Kamer van Koophandel en werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB Nederland hebben hulpmiddelen gemaakt. Daarmee kunt u inzicht krijgen in welke regelingen op uw klant van toepassing zijn:

 

4. Opslag Voorraad Gesloten Detailhandel

De lockdown raakt de nu verplicht gesloten detailhandel hard. Winkeliers hebben hun voorraden aangevuld voor de feestdagen. Deze voorraad is bij heropening minder waard, of kan helemaal niet meer worden verkocht. Winkeliers krijgen daarom de eenmalige Opslag Voorraad Gesloten Detailhandel. Deze opslag ademt mee met het omzetverlies van de winkelier en is minimaal 2,8% van het omzetverlies (bij een omzetverlies van 30%). Het maximumbedrag aan subsidie is 20.160 euro en de opslag komt bovenop de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en is voor ondernemers die daar aanspraak op kunnen maken. Na goedkeuring van de Europese Commissie wordt de voorraadvergoeding vanaf de tweede helft van januari uitbetaald. De voorraadvergoeding is vrijgesteld van vennootschaps- en inkomstenbelasting.

Kledingzaak
- Een doorsnee kledingzaak met een omzet van € 200.000 per kwartaal, een loonsom van € 24.950* per kwartaal en € 30.000** aan vaste lasten per kwartaal krijgt bij een omzetverlies van 30% in Q4 2020 voor dat kwartaal in totaal € 13.700 aan subsidie vanuit de TVL, NOW en de subsidie voorraadkosten (€ 4.500 TVL + € 7.500 NOW + € 1.700 subsidie voorraadkosten).
- Bij een omzetverlies van 50% in Q4 2020 ontvangt deze onderneming voor dat kwartaal in totaal € 23.800 aan subsidie vanuit de TVL, NOW en de subsidie voorraadkosten (€ 8.350 TVL + € 12.350 NOW + € 3.100 subsidie voorraadkosten).
- Bij een omzetverlies van 80% in Q4 2020 ontvangt deze onderneming voor dat kwartaal in totaal € 40.550 aan subsidie vanuit de TVL, NOW en de subsidie voorraadkosten (€ 15.400 TVL + € 19.400 NOW + € 5.750 subsidie voorraadkosten).

* De loonsommen zijn gebaseerd op de totale personele kostenpercentages van de betreffende sectoren, gecorrigeerd voor de verschillen tussen de bij de NOW gebruikte loonsom uit de Polisadministratie en de bijkomende personele lasten à 40% (Bron: CBS Statline).
** Hierbij is uitgegaan van het vastelastenpercentage van 15% die bij de TVL worden gehanteerd voor kledingzaken, die is gebaseerd op CBS-data op 2-digitniveau.

  • 1
  • 2