7. Geen zakelijke kilometers en bijtelling auto

Als een werknemer na einde dienstbetrekking nog in een auto van de zaak rijdt, is geen sprake meer van zakelijk gebruik. Dit is ook het geval bij arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking. In deze handreiking leest u wat de gevolgen zijn voor de bijtelling privégebruik auto.

In de volgende situaties gebruikt een werknemer de auto van de zaak niet zakelijk:

bij einde dienstbetrekking
bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid
bij permanente arbeidsongeschiktheid
bij loopbaanonderbreking

Heeft de werknemer in deze situaties de auto van de zaak ter beschikking en rijdt hij meer dan 500 kilometer privé? Dan moet u de waarde van het privégebruik bij het loon tellen. U doet dit op basis van de bijtellingspercentages (bijtellingsregeling). Dit geldt ook als de werknemer de auto alleen nog voor privédoeleinden gebruikt.

De bijtelling voor de auto van de zaak verwerkt u in de aangifte loonheffingen als loon in natura. Het is afhankelijk van de situatie of u de witte of groene tabel moet gebruiken voor de berekening van de loonheffingen.

Witte tabel
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking is sprake van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. U gebruikt de witte tabel. De bijtellingsregeling blijft ook gelden als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. De werknemer heeft de auto dan nog steeds tot zijn beschikking.

Het bedrag van de bijtelling is loon voor de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

Groene tabel
Mag de werknemer een auto privé blijven gebruiken na einde dienstbetrekking of bij permanente arbeidsongeschiktheid? Dan is het bedrag van de bijtelling loon uit vroegere dienstbetrekking. U gebruikt de groene tabel.

Het bedrag van de bijtelling is loon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Uw klant is geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

Excessief privégebruik
Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk meer is dan de bijtelling op basis van het algemene bijtellingspercentage, is sprake van excessief privégebruik van de auto.

U moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. Als er een korting op het algemene bijtellingspercentage van toepassing is, dan past u die korting toe op de grondslag. De uitkomst daarvan trekt u af van de waarde van het privégebruik. Rekenvoorbeelden vindt u in paragraaf 21.3.3 Handboek Loonheffingen.

Geen eindheffingsloon
De bijtelling is altijd loon van de werknemer. U kunt dit loon dus niet aanwijzen als eindheffingsloon. Er is 1 uitzondering: het deel van de bijtelling voor buitengewone beveiligingsmaatregelen kunt u wel aanwijzen als eindheffingsloon.

Privégebruik auto en weinig of geen loon in geld
Als uw klant de werknemer weinig of geen loon in geld betaalt, moet u over de bijtelling privégebruik auto toch alle loonheffingen betalen. Hij kan kiezen of hij dit wel of niet verhaalt op de werknemer.

Verhalen op de werknemer
Uw klant mag de loonbelasting/premie volksverzekeringen (LB/PVV) en de in te houden bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verhalen op de werknemer. Dit geldt niet voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw.

Als de werknemer nog loon ontvangt, kunt u dit doen via verrekening in het eerstvolgende loontijdvak.

Niet verhalen op de werknemer
Als uw klant de LB/PVV en bijdrage Zvw niet verhaalt op de werknemer, kunnen zich 2 situaties voordoen:

Uw klant verhaalt dit bedrag in een later loontijdvak. Hij geeft de werknemer dan een lening voor dit bedrag tot het moment waarop u de bedragen alsnog verhaalt.

Als sprake is van rentevoordeel bij deze lening, dan is dit loon voor de werknemer. U kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon.
Uw klant verhaalt dit bedrag niet op de werknemer. Het bedrag is nettoloon van de werknemer. Dit nettoloon moet u omrekenen naar een brutoloon. U kunt dit nettoloon ook aanwijzen als eindheffingsloon.

Meer informatie
  • paragraaf 21.3 (personenauto van de zaak)
  • paragraaf 21.3.2 (beveiligingsmaatregelen)
  • paragraaf 21.3.8 (bijtelling bij weinig/geen loon)
  • paragraaf 21.3.3 (excessief privégebruik auto)
  • paragraaf 4.2 (verplicht werknemersloon)
Handreiking privégebruik auto op belastingdienst.nl
Gerelateerde artikelen
Wetsartikelen

6. Ongebruikelijke transacties: toezien op meldplicht handelaren

Bureau Financieel Toezicht (BFT) voerde een onderzoek uit bij een administratiekantoor naar aanleiding van een signaal over een handelsonderneming. Ook handelaren zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit - Nederland (FIU-Nederland).

Met de inwerkingtreding van de 4e anti-witwasrichtlijn op 25 juli 2018 vallen ook handelaren onder de werking van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Belastingdienst/bureau Toezicht Wwft is de toezichthouder op deze handelaren.
Administratiekantoren die handelaren als klant hebben, zijn verplicht na te gaan of de klant aan de meldplicht voldoet. Wanneer een kantoor aanwijzingen heeft dat zijn klant niet voldoet aan de meldplicht, vormt dat voor het betrokken administratiekantoor een subjectieve indicator voor witwassen of het financieren van terrorisme. Het administratiekantoor moet hierover dan ook zelf een melding doen bij FIU-Nederland.
Als handreiking om ongebruikelijke transacties te herkennen, heeft BFT het document ‘Voorbeelden Wwft bij subjectie indicator’ opgesteld met voorbeelden en situaties.
Ongebruikelijke transacties
De handelsonderneming in deze casus handelde onder andere in tweedehands goederen en er bleek sprake te zijn van een grote hoeveelheid contante omzet. Uit de kasboeken van de onderneming bleek dat regelmatig goederen tegen hoge contante bedragen werden gekocht en verkocht. Een transactie is in ieder geval ongebruikelijk wanneer bij de in- of verkoop van goederen een bedrag van € 10.000 euro of meer in contanten wordt betaald.
Bij de onderneming bleek verder regelmatig sprake te zijn van een negatief kasboeksaldo van enkele duizenden euro’s. Dit kan duiden op de aanwezigheid van zwart geld omdat op dat moment bijvoorbeeld geld aanwezig is, dat niet is verantwoord in de administratie.
Daarnaast constateerde BFT dat sprake was van de inkoop en snelle verkoop van een branchevreemd artikel. Zowel de in- als verkoop is met contant geld betaald, zonder onderliggende facturen en de marge was zeer uitzonderlijk.
Meldplicht
Ondernemingen waar veel contante geldstromen plaatsvinden, vormen een verhoogd risico voor witwassen. De handel van een branchevreemd artikel en de negatieve kassaldi, vormen concrete transacties die het administratiekantoor had moeten melden bij FIU-Nederland. Omdat dit kantoor deze transacties niet heeft gemeld, is sprake van 2 overtredingen van artikel 16 Wwft.
Risicobeleid
Een administratiekantoor moet op grond van artikel 2b Wwft beschikken over een risicobeleid dat toegespitst is op de eigen organisatie. In deze casus ontving BFT het standaardmodel risicobeleid, zoals dat wordt aangeboden door een beroepsvereniging. Het klakkeloos overnemen van een standaardmodel is echter niet voldoende. Een administratiekantoor kan een standaardmodel als basis gebruiken voor haar risicobeleid, maar moet ook de specifieke kenmerken van haar eigen organisatie daarin opnemen.
Artikelreeks ongebruikelijke transacties
In de artikelreeks ongebruikelijke transacties licht Forum Fiscaal Dienstverleners een ongebruikelijke transactie uit de praktijk toe. Transacties die BFT aantrof tijdens een controle, gemeld door de fiscaal dienstverlener, of die op een andere manier aan het licht kwamen. Het is bijna zeker dat u soms denkt: ‘Dat zou ook in mijn praktijk voor kunnen komen’. In ‘Overzichtsartikel: ongebruikelijke transacties' vindt u een overzicht van alle eerder geplaatste delen in deze serie.
Gerelateerde artikelen

5. Belastingdienst start invordering gefaseerd op

Hebt u klanten voor wie u geen (verlenging) bijzonder uitstel van betaling hebt aangevraagd, maar bij wie wel een betalingsachterstand is ontstaan? De Belastingdienst gaat deze klanten informeren dat de invordering stapsgewijs wordt opgestart.

Dit gebeurt om te voorkomen dat zwaardere invorderingsmaatregelen getroffen moeten worden, zoals beslag op loon, uitkeringen en/of banktegoeden. Om - afhankelijk van de situatie van uw klant - mee te denken en te kijken naar de mogelijkheden, neemt de Belastingdienst vooraf telefonisch of per brief contact op met deze ondernemers.

Kom in actie
Vanzelfsprekend heeft het de voorkeur van de Belastingdienst dat ondernemers de betalingsachterstand zo snel mogelijk inlopen. Lukt dat niet, kijk dan op Betalen en ontvangen. Daar leest u wat u moet doen om zwaardere invorderingsmaatregelen te voorkomen.

Gerelateerd bericht

 

4. Speciale internetsite beslagvrije voet nu live

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is per 1 januari 2021 in werking getreden.

De internetsite uwbeslagvrijevoet.nl is ondertussen live gegaan. Daarin vindt u veel vragen en antwoorden over de beslagvrije voet. Bijvoorbeeld hoe de beslagvrije voet wordt vastgesteld en wat u voor uw klant kunt betekenen als er beslag op het inkomen wordt gelegd.
Beslagvrije voet in het kort
Als er beslag is gelegd op het inkomen van uw klant, moet er een minimum bedrag overblijven om in de basiskosten van zijn levensonderhoud te voorzien. Dit wordt de beslagvrije voet genoemd. Daar heeft uw klant recht op.
Een deel van het inkomen zal boven deze beslagvrije voet liggen. Het bedrag dat boven de beslagvrije voet ligt, wordt ingehouden van het inkomen van uw klant. Bij meerdere beslagleggers wordt dit hogere bedrag verdeeld. Alle beslagleggers gebruiken dezelfde rekenwijze voor de beslagvrije voet.
Meer informatie
Op Kennisnetwerk treft u informatie aan over de beslagvrije voet en beslaglegging.
Over de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is ook een video gemaakt: uitlegvideo Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Gerelateerd bericht

3. Eenmalige TOGS en TVL niet belast, NOW wel

Heeft uw klant een eenmalige uitkering van € 4.000 gekregen op grond van de Beleidsregel Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren (TOGS)? Of een Tegemoetkoming Vaste Lasten? Deze tegemoetkomingen zijn onbelast. Heeft uw klant van UWV een uitkering in het kader van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) gekeregen, dan is deze uitkering is wel belast.

  • 1
  • 2