6. Commissie Verzoekschriften Tweede Kamer: een tandenloze tijger die moet worden afgeschaft

Als een oom in 2009 overlijdt, laat hij circa €4 mln. na aan zijn broer, de vader van 2 kinderen, die hierover circa €2 mln. aan successierecht betaalt.
Dan sterft de vader in 2011 en laat hij zijn echtgenote en zijn 2 kinderen elk ruim €1 mln. na. De echtgenote betaalt €85.000 aan erfbelasting en de kinderen elk €195.000. Wanneer tot slot de moeder in 2012 overlijdt, erven de kinderen elk nog eens €2,1 mln., waarover per kind €405.000 aan erfbelasting wordt geheven.
Volgens de 2 kinderen leidt de cumulatie van driemaal successiebelasting over een deel van dezelfde vermogensbestanddelen door de drie overlijdens in de periode 2009-2012 in dit geval tot een onverdedigbare hardheid. Zij achten dit in strijd met het ne bis in idem-beginsel en met artikel 1 van het Protocol van het Europees verdrag voor rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM).
Verder maken zij een vergelijking met de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting, die moet voorkomen dat er tweemaal belasting over winst wordt geheven. Zij zijn van mening dat de hardheidsclausule van artikel 63 AWR van toepassing zou moeten zijn en leggen hun zaak voor aan de De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven uit de Tweede Kamer (de Commissie), die de Staatssecretaris om een reactie verzoekt.
In zijn antwoord schrijft de staatssecretaris dat de hardheidsclausule in de onderhavige casus niet van toepassing is, omdat er geen sprake is van een “onbillijkheid van overwegende aard”, dat wil zeggen een gevolg dat de wetgever had voorkomen als hij dat bij het maken van de wet had voorzien.
De Commissie neemt het standpunt van de Staatssecretaris zoals gewoonlijk klakkeloos over en geeft de 2 kinderen het nakijken.

Commentaar
Ik volg deze Commissie al jaren en ook in de tijd dat ik in de Tweede Kamer werkzaam was, heb ik de dossiers voor diverse Kamerleden altijd grondig doorgenomen. Het gaat heel vaak om kwijtscheldingsverzoeken door mensen die ten einde raad zijn. Er zitten echt schrijnende gevallen tussen. Er worden soms ook meer inhoudelijke geschillen aan de Commissie voorgelegd, zoals de onderhavige zaak.
Niettemin volgt deze Commissie voor 99,9 procent altijd het standpunt van de Staatssecretaris en het laat zich raden dat dit standpunt nooit ten gunste is van diegenen die de weg naar deze Commissie hebben weten te vinden.
Mijn ervaring is dat het plaatsnemen in deze Commissie voor de meeste Tweede Kamerleden politiek gezien, simpelweg niet interessant is en dat er daarom nauwelijks tijd en aandacht wordt besteed aan de dossiers die ruim van te voren op de bureau’s van de leden van deze Commissie belanden. Waarom afwijken van het standpunt van de Staatssecretaris in een individuele zaak? Daar zijn politici toch niet voor?
De bijeenkomsten van deze Commissie waar over de voorgelegde gevallen moet worden beslist, zijn dan ook altijd snel afgelopen. De Kamerleden hebben wel wat beters te doen.
Het zij zo, maar dan heeft het ook geen enkel nut meer om deze Commissie nog in stand te houden. Persoonlijk hecht ik veel meer waarde aan het oordeel van de onafhankelijke Nationale ombudsman, wiens taak het is om het tegen de overheid op te nemen.
Het zou in ieder geval een goede zaak zijn als de Tweede Kamer de hand eens in eigen boezem zou steken en zou besluiten om deze totaal zinloze Commissie af te schaffen. Individuele burgers valse hoop geven, past niet in ons democratisch bestel. Afschaffen dus. Ik ga er in ieder geval gemotiveerd voor pleiten bij het Presidium van de Tweede Kamer en het zal waarschijnlijk een zaak van lange termijn worden.
Maar je moet ergens beginnen.
Ik acht de vraag of deze Commissie zichzelf in de toekomst ooit serieus zal gaan nemen, in ieder geval volstrekt kansloos.
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven doet onderzoek en verricht voorbereidingen zodat de Kamer een (afgewogen) beslissing kan nemen over de verschillende verzoekschriften en burgerinitiatieven. De Commissie bestaat net als andere Kamercommissies uit vertegenwoordigers van alle fracties. De vergaderingen van de commissie (ongeveer tien per jaar) zijn altijd besloten, omdat er veel privacygevoelige informatie aan de orde komt. Ook de vergaderstukken zijn om die reden niet openbaar. Wél wordt over elk verzoekschrift of burgerinitiatief een openbaar verslag uitgebracht, met de conclusie van de commissie, de motivering en een voorstel. De Kamer beslist vervolgens.
Felix Peppelenbosch