8. Werking fiscale oudedagsreserve

Voor IB-ondernemer Jan de Vries hebt u in zijn aangifte IB/Premie 2014 het volgende gedaan: U hebt de betaalde pensioenpremies ter grootte van € 12.000 van de winst afgetrokken. U hebt € 9.542 (het maximum) aan de oudedagsreserve toegevoegd omdat Jan aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoet.
Is dit juist?
Antwoord: Nee
De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar is 9,8% van de winst, met in 2014 een maximum van € 9.542 (2015: € 8.631).
De toevoeging wordt verminderd met de pensioenpremie die al van de winst is afgetrokken. (artikel 3.68 Wet IB 2001).

7. Tweede Kamer wil onderzoek naar box 3 belasting

Op Prinsjesdag kondigde het kabinet in Belastingplan 2016 een herziening van de vermogensrendementsheffing in box 3 aan. Maar nog steeds gebaseerd op fictieve rendementen. De Tweede Kamer wil een onderzoek naar belastingheffing over werkelijke rendementen.
Belastingplan 2016
In box 3 wordt sinds 2001 een verondersteld rendement uit vermogen van 4% belast tegen een tarief van 30%. Het kabinet wil de vermogensrendementsheffing in box 3 met ingang van 1 januari 2017 herzien. Belangrijkste reden is dat deze beter zou moeten aansluiten bij de rendementen die door belastingbetalers in voorafgaande jaren gemiddeld zijn behaald.
De Tweede Kamer wil dat de regering onderzoekt welke maatregelen de Belastingdienst moet nemen om een belasting op werkelijke rendementen in box 3 te kunnen heffen. De Kamer nam een motie daarover aan op 6 oktober 2015.
Conclusie
In het Belastingplan 2016 gaat het kabinet heel uitvoerig in op de mogelijkheid om belasting te heffen over het werkelijk behaalde rendement door een belastingplichtige. “De conclusie was dat deze belasting met de stand van de informatievoorziening nu en in de nabije toekomst niet uitvoerbaar is. Een dergelijke belasting is complex, en zou ingrijpende waarborgen en een uitvoerige informatie-infrastructuur vergen om ontwijkmogelijkheden te beheersen. Daarnaast zou het de verdere digitalisering van het aangifteproces en de uitrol van de vooringevulde aangifte (de VIA) in de komende jaren ernstig verstoren, met een toename van de administratieve lasten tot gevolg, meer ‘gedoe’ voor de belastingbetaler en veel meer fouten in het proces. Ook de ervaring in andere landen leert dat het belasten van het werkelijke door de belastingplichtige behaalde rendement uit sparen en beleggen nog steeds gepaard gaat met ingewikkelde wetgeving, hoge uitvoeringslasten en administratieve lasten en vaak een omvangrijke hoeveelheid jurisprudentie en juridische procedures.”
De vraag van de Tweede Kamer is begrijpelijk. In het voorstel van het kabinet wordt één fictief rendement immers vervangen door drie fictieve rendementen. Het blijft fictief en het wordt alleen maar ingewikkelder. Gezien de uitvoerige onderbouwing van het kabinet waarom een heffing over werkelijk behaald rendement nu niet mogelijk is, ben ik nieuwsgierig hoe het kabinet de motie van de Tweede Kamer gaat beantwoorden.

Erik Schouten
Adviseur Aegon Adfis

6. Schenking vanuit de BV. Middellijke uitdeling?

Uw cliënt is een echte kunstliefhebber. Hij gaat dit najaar vanuit zijn BV een forse schenking doen aan een museum (een ANBI). In ruil daarvoor zal een museumzaal naar hem worden genoemd. Heeft de Inspecteur een zaak als hij zich op het standpunt zal stellen dat er sprake is van een middellijke uitdeling?
Antwoord
Nee. Zie het Besluit van 28 september 2015, nr. BLKB 2015/396M.
Een gift door een vennootschap die is ingegeven door de persoonlijk charitatieve behoefte van de aandeelhouder, maar (overigens) voldoet aan de door artikel 16 van de Wet Vpb gestelde vereisten voor giftenaftrek, komt als gift in aftrek op grond van artikel 16 van de Wet Vpb en wordt niet als uitdeling aangemerkt voor de inkomstenbelasting.
De aandeelhouder mag echter geen doorslaggevende zeggenschap hebben over de ANBI.

5. Btw-regels voor telefoonkaarten en mobiele telefoonabonnementen aangepast

De definities van telefoonkaarten en mobiele telefoonabonnementen voor alleen bellen of ook voor andere diensten zijn duidelijker gemaakt. Dit en meer leest u in een nieuw besluit.
Het besluit verduidelijkt de omschrijving van:
• 'singlepurposekaarten' of -abonnementen (kaarten of abonnementen die alleen voor telecommunicatiediensten, zoals bellen, sms-en en internetdata, kunnen worden gebruikt)
• 'multipurposekaarten' of -abonnementen (kaarten of abonnementen die voor telecommunicatiediensten, zoals bellen, sms-en en internetdata, en andere prestaties, zoals contentdiensten, kunnen worden gebruikt)
• contentdiensten (andere diensten dan telecommunicatiediensten, zoals een ringtone of een spelletje)
Verder is de verkoop van een singlepurposekaart of -abonnement niet langer een vooruitbetaling voor te verrichten telecommunicatiediensten.
De gevolgen voor de btw leest u in het Besluit. Zie hiervoor:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-33130.html

4. Rechtstreeks storten op WKA-depot vervalt per 1 januari 2016

Vanaf 1 januari 2016 kunnen inleners en aannemers niet meer rechtstreeks bij de Belastingdienst storten op WKA-depots. Vanaf die datum heft de Belastingdienst de WKA-depots op.
Rechtstreeks storten van een deel van de factuur vrijwaart inleners en aannemers nu nog van inlenersaansprakelijkheid en ketenaansprakelijkheid.
Blijft vrijwaring mogelijk?
Ja. Daarvoor stort de inlener of aannemer een deel van de factuursom op een geblokkeerde rekening van de uitlener of de onderaannemer bij een bank (g-rekening). De uitlener of onderaannemer kan een g-rekening aanvragen.

  • 1
  • 2