4. Minder lasten voor bedrijven

Kleine en middelgrote bedrijven profiteren van de wijzigingen in het jaarrekeningenrecht die op 1 november 2015 zijn ingegaan. De geschatte totale jaarlijkse lastenverlichting voor deze bedrijven komt neer op ruim 300 miljoen euro.
Dit volgt uit een wet van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) die de Europese richtlijn jaarrekening omzet in Nederlands recht. ‘Goed dat door Europa op deze wijze vorm is gegeven aan lastenverlichting voor het midden- en kleinbedrijf’, aldus de bewindsman.
Doel van de richtlijn is het jaarrekeningenrecht te moderniseren en te vereenvoudigen en de administratieve lasten te verminderen. Zo gaan de grensbedragen omhoog waarmee ondernemingen als ‘klein’of ‘middelgroot’worden aangeduid. Dit betekent dat méér bedrijven gebruik kunnen maken van allerlei vrijstellingen. Kleine ondernemingen hoeven bijvoorbeeld alleen een beperkte balans openbaar te maken en zijn vrijgesteld van de accountantscontrole, terwijl middelgrote bedrijven kunnen volstaan met een beperkte balans en winst- en verliesrekening. Ook worden de jaarrekeningregels vereenvoudigd voor zogeheten micro-ondernemingen. Dit is een nieuwe groep bedrijven in het jaarrekeningenrecht. Zij hoeven nog maar een heel beperkte jaarrekening op te stellen.
Volgens de nieuwe grensbedragen is een onderneming ‘klein’als het balanstotaal niet hoger is dan €6.000.000 en de netto-omzet maximaal €12.000.000 bedraagt. Bovendien mogen er niet meer dan 50 werknemers in dienst zijn.
Voor een ‘middelgrote’onderneming liggen de bedragen hoger. Daar geldt straks als limiet: een balanstotaal van ten hoogste €20 000 000, een netto-omzet van maximaal €40.000.000 en 250 werknemers. Een ‘micro’onderneming kenmerkt zich door een balanstotaal en een netto-omzet van ten hoogste €350.000, respectievelijk €700.000 en maximaal 10 werknemers.
De wet moet worden toegepast op jaarrekeningen en bestuursverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. Eerdere toepassing van de nieuwe voorschriften is toegestaan.

3. Brieven met percentage gedifferentieerde premie Whk komen eraan

Op de website van de Belastingdienst is het volgende bericht gepubliceerd:

Hebt u personeel in dienst dat is verzekerd voor de werknemersverzekeringen?
Dan krijgt u binnenkort een brief met daarin uw percentage voor de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk).
Het percentage voor de gedifferentieerde premie Whk hebt u nodig voor uw aangifte loonheffingen. Bewaar deze brief daarom goed. Verzorgt een intermediair uw aangifte loonheffingen, geef de brief dan aan uw intermediair.

2. Wiebes: geen verruiming overgangsregeling oldtimers

Het verruimen van het overgangsrecht naar oldtimers die rijden op diesel of LPG en op dit moment tussen 26 en 40 jaar oud zijn, is niet aan de orde.
Dit antwoordt staatssecretaris Wiebes (Financiën) op vragen van de Tweede Kamerleden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA), Bashir (SP), Tony van Dijck (PVV) en Van Vliet (Van Vliet).

Wiebes: " Zoals blijkt uit bovenstaande gaat het om een totaal van 45.039 diesel- en LPG-auto’s. Er zijn op dit moment 29.917 diesel- en LPG-auto’s waarvan het kenteken is geschorst en 15.122 diesel- en LPG-auto’s waarvan het kenteken niet is geschorst.
Het voorzien in een overgangsregeling voor diesel- en LPG-auto’s heeft waarschijnlijk een grote aanzuigende werking.
Los van het voorgaande is het van belang dat de oldtimer-maatregel ook vanuit milieuoogpunt is getroffen. De inperking van de oldtimerregeling heeft geleid tot een forse afname van met name het aantal diesel- en LPG-oldtimers."

1. CBS: Minder huizen onder water

Het aantal huishoudens met een fiscale hypotheekschuld die hoger is dan de waarde van de eigen woning is in 2014 met 84 duizend gedaald tot bijna 1,4 miljoen begin 2015. Dat meldt CBS.
Van de 4,3 miljoen huishoudens met een eigen woning staat nu zo’n 32 procent onder water. Sinds het begin van de economische crisis in 2008 is het aantal huishoudens met een huis onder water alleen maar gestegen. Tot vorig jaar, toen het tij langzaam keerde. Deze kentering is vooral het gevolg van de voorzichtige stijging van de huizenprijzen.
Als het opgebouwde vermogen in spaar- en beleggingshypotheken verrekend wordt, komt het aantal huizen dat onder water staat lager uit. Bij de fiscale hypotheekschuld is geen rekening gehouden met deze opgebouwde tegoeden. Om de hoogte van spaar- en beleggingstegoeden in hypotheken te kunnen bepalen loopt momenteel een onderzoek bij CBS.
Vooral jongere huishoudens met onderwaarde
Van alle eigenwoningbezitters onder de 45 jaar heeft 65 procent een woning met onderwaarde. Vaak is de woning vlak voor de crisis gekocht en is nog niet veel van de hypotheekschuld afgelost. Bij huishoudens tussen 30 en 35 jaar is de waarde van de eigen woning zelfs in 75 procent van de gevallen lager dan de hypotheekschuld. Het zijn voornamelijk deze jongere huishoudens die bij (gedwongen) verkoop van de woning het risico lopen met een restschuld te blijven zitten.
Bij oudere huishoudens speelt dit nauwelijks. Begin 2015 had 45 procent van de 65-plussers met een eigen woning geen hypotheekschuld, had 51 procent overwaarde en was slechts bij 3 procent sprake van onderwaarde.
Huishoudens met een huis onder water vormen een belemmering voor de doorstroming op de woningmarkt. Door de economische crisis is in de periode 2009-2013 de woningmarkt ingestort. Sinds 2014 worden er weer meer woningen verkocht en stijgen ook de prijzen.

  • 1
  • 2