7. Ozb recreatiewoningen

Rechters doen tegenstrijdige uitspraken over de vraag of recreatiewoningen op recreatieparken wel of niet zijn aan te merken als woning voor de OZB.
Welke lijn moeten gemeenten nu volgen? De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft de volgende uitleg, gevolgd door een advies.
In verschillende gemeenten lopen procedures over de vraag of recreatieonderkomens op recreatieparken wel of niet als woning zijn aan te merken voor de OZB. Rechters doen hierover verschillende uitspraken.
Zo heeft bijvoorbeeld Rechtbank Gelderland in september 2015 enkele uitspraken gedaan waarbij aan recreatieparken en de daar aanwezige recreatieonderkomens geen woonfunctie is toegekend.
In een van deze zaken (Rechtbank Gelderland 20-08-2015, nr. 14/5362, ECLI:NL:RBGEL:2015:5308 - Ermelo) is een cassatieprocedure bij de Hoge Raad aanhangig gemaakt.
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant daarentegen was de uitspraak precies andersom. Daar kende de Rechtbank wel een woonfunctie toe aan de recreatieonderkomens op recreatieparken.
De VNG adviseert gemeenten om te beslissen in de lijn van Rechtbank Gelderland. De uitvoerige motivering van de rechtbank geeft gemeenten voldoende aanknopingspunten om de aanslagoplegging te motiveren.
De VNG adviseert gemeenten die met een andersluidende beslissing van de rechter te maken krijgen, om hoger beroep of cassatie in te stellen.
Eventueel kan met de belastingplichtige ook een afspraak worden gemaakt dat niet wordt geprocedeerd maar dat de aanslagregeling wordt uitgevoerd overeenkomstig het arrest dat de Hoge Raad in de proefprocedure zal wijzen.