8. Lenen van de bv (inclusief rekening-courant)
Als dga kan uw klant bijvoorbeeld zijn beleggingen financieren met een lening van zijn bv. In box 3 wordt een fictief rendement belast voor zover de waarde van de beleggingen het bedrag van de opgenomen lening overtreft. De betaalde rente is verder geen aparte aftrekpost meer voor de inkomstenbelasting. Het lenen moet gebeuren op zakelijke voorwaarden. Een onderdeel van de zakelijkheid is een schriftelijke vastlegging. Bespreek met uw klant welke voorwaarden hij nog meer overeen moet komen.
Als de lening is aangegaan voor de eigen woning, dan is de rente aftrekbaar. Betreft het een lening van na 2012, dan moeten in beginsel extra gegevens over de lening worden verstrekt aan de Belastingdienst.
Heeft de dga een structureel hoge rekening-courantschuld bij zijn bv, dan loopt hij het risico dat de fiscus (een deel van) de schuld aanmerkt als dividenduitkering en een correctie aanbrengt, eventueel zelfs verhoogd met een boete. Dit risico kan worden verminderd door bijvoorbeeld de bedragen af te splitsen die hij heeft geleend voor de aankoop van beleggingen, de eigen woning of andere grote privé-investeringen. U moet hiervan dan (zakelijke) leningsovereenkomsten opstellen en de overige voorwaarden uit de overeenkomst ook naleven.
Bespreek deze zaken met uw klant.
7. Dga: wel of niet sociaal verzekerd?
Per 1 januari 2016 geldt een nieuwe regeling voor het vaststellen van de verzekeringsplicht van dga’s voor de premies werknemersverzekeringen.
Feitelijk is de regeling een update in verband met de inwerkingtreding van de wetgeving rondom de flex-bv en ontwikkelingen in de jurisprudentie.
Beslissend criterium is of sprake is van een gezagsverhouding tussen de bestuurder en de vennootschap. Leidend is (en blijft) dat de bestuurder ook aandeelhouder is en niet tegen zijn wil kan worden ontslagen.
Er is geen verzekeringsplicht voor:
• de bestuurder die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, een zodanig aantal aandelen houdt dat hij volgens de statuten van de vennootschap over zijn ontslag kan besluiten;
• de bestuurder die, tezamen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, aandelen houdt die ten minste twee derde van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij over zijn ontslag kan besluiten;
• de bestuurders die samen alle aandelen bezitten en als aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen (nevengeschiktheid). De regeling is ook van toepassing op de indirecte bestuurder, dat wil zeggen: de bestuurder die zeggenschap in de vennootschap heeft door tussenkomst van een of meer rechtspersonen waarvan hij aandeelhouder is.
Ga na of de wijziging gevolgen voor uw klant heeft.