8. VAR-wuo wordt herzien in VAR-dienstbetrekking. Hoe zit het met naheffing van loonheffingen?

ZZP’er Jan de Vries werkt sinds 1 augustus 2015 als IT’er bij automatiseerder Efficiënt BV. Jan beschikte tot 10 januari 2016 over een VAR-wuo, maar de Inspecteur heeft deze per die datum veranderd in een VAR-dienstbetrekking. De Inspecteur heeft aangekondigd om aan Efficiënt BV een naheffingsaanslag loonheffingen op te leggen over de periode 1 augustus 2015 – 10 januari 2016.
Kan de Inspecteur vanaf 1 augustus 2015 loonheffingen naheffen?

Het antwoord is nee.
De opdrachtgever kan slechts worden aangesproken voor de loonheffingen vanaf het moment dat na controle de VAR is herzien, indien de arbeidsrelatie met dezelfde opdrachtnemer na de herziening van de VAR voortduurt (wat regelmatig niet het geval is).
Op het verleden kan ten aanzien van de opdrachtgever niet worden teruggekomen. Tot de herziening genoot de opdrachtgever immers vrijwaring. De opdrachtgever mocht vertrouwen op de juistheid van de afgegeven VAR en hij heeft op grond van de huidige fiscale wetgeving
geen verantwoordelijkheid om na te gaan of er ondanks de afgegeven VAR toch sprake is van een dienstbetrekking.

7. Deregulering beoordeling arbeidsrelaties: bezwaar en beroep

Op 2 februari 2016 nam de Eerste Kamer de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties aan. Voorziet deze wet in een beroepsmogelijkheid in geval van afwijzing door de Belastingdienst van een voorgelegd modelcontract?

Het antwoord is nee.
Bij het beoordelen van een overeenkomst wordt een gedejuridiseerde werkwijze gevolgd waarbij geen formele beschikking wordt afgegeven.
Er zijn verschillende bezwaar- en beroepsmogelijkheden, waarbij het geen verschil maakt of conform de bestaande praktijk van de Belastingdienst wel of geen gebruik is gemaakt van vooroverleg. Indien partijen van oordeel zijn dat er geen sprake is van een dienstbetrekking, terwijl de Belastingdienst van oordeel is dat er wel sprake is van een dienstbetrekking, heeft de opdrachtgever twee mogelijkheden.
Hij kan ervoor kiezen om toch loonheffingen in te houden en af te dragen of te voldoen.
Vervolgens kunnen zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever in bezwaar en beroep gaan tegen het inhouden, respectievelijk het afdragen of voldoen, van de loonheffingen.
Ook kan de opdrachtgever ervoor kiezen om geen loonheffingen af te dragen of te voldoen en de inspecteur verzoeken om een naheffingsaanslag op te leggen. Ook tegen deze naheffingsaanslag is bezwaar en beroep mogelijk.

6. Belastingdienst stuurt brief onjuiste berekening kleineondernemersregeling 2014

De Belastingdienst heeft afgelopen week brieven gestuurd aan ondernemers die de kleineondernemersregeling in hun aangifte omzetbelasting 2014 onjuist hebben toegepast.
In de brief staat de reden van de onjuiste toepassing, een berekening en de aankondiging van de aanslag. De brief heeft als dagtekening 29 januari.
De naheffingsaanslagen omzetbelasting 2014 worden binnenkort door de Belastingdienst verstuurd.
Als de ondernemer over 2015 dezelfde onjuistheid heeft toegepast, is er nog tijd om dit te herstellen. Dit kan door het indienen van een digitale suppletie omzetbelasting 2015.
Dit formulier is te vinden in het beveiligde deel van de internetsite (Inloggen voor ondernemers).

5. Belastingdienst: Inkomensverklaring invullen bij kwalificerende buitenlandse belastingplicht

De Belastingdienst meldt het volgende:
'Voldoet uw klant aan alle voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht? Stuur dan bij de aangifte 2015 ook een inkomensverklaring 2015 voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen naar de Belastingdienst.
Met de inkomensverklaring heeft uw klant recht op dezelfde aftrekposten, heffingskortingen en heffingsvrij vermogen die een inwoner van Nederland ook heeft.
Voldoet uw klant niet aan alle voorwaarden? Of stuurt u deze verklaring niet op? Dan beschouwt de Belastingdienst uw klant als buitenlands belastingplichtige.
Er is dan een beperkt recht op aftrekposten, heffingskortingen en eventueel heffingsvrij vermogen.'

4. Onterechte ouderenkorting voor overledene

Hebt u een klant die erfgenaam is en een voorlopige aanslag heeft gekregen voor een erflater?
Dan kan het zijn dat het bedrag van deze voorlopige aanslag niet klopt. Er kan namelijk ten onrechte ouderenkorting en alleenstaandeouderenkorting zijn berekend.
Het gaat om voorlopige aanslagen na een aangifte inkomstenbelasting over 2013, 2014 of 2015 voor de overledene. De berekening van de aanslag is in sommige gevallen verkeerd gegaan als de persoon is overleden in het jaar waarin hij of zij de AOW-leeftijd zou bereiken.
De Belastingdienst stuurt binnenkort een juiste voorlopige of definitieve aanslag. Uw klant krijgt hierover vanzelf bericht.

  • 1
  • 2