3. Wet uitwerking autobrief II. Gaat de nulemissieauto aan zijn eigen succes ten onder?

De financiering van de overheidsuitgaven is het primaire doel van de autobelastingen. Dit schrijft staatssecretaris Wiebes (Financiën) in de memorie van antwoord bij dit wetsvoorstel.
Wiebes geeft ook aan dat het kabinet van mening is dat een sobere toepassing van fiscale prikkels op het terrein van de autobelastingen het meest verstandig is. Bij fiscaal instrumentalisme bestaat immers altijd het risico op grondslagerosie en overstimulering. Een sobere, kostenefficiënte vorm van fiscale stimulering lijkt daarentegen nog wel op zijn plaats.
De Tweede Kamer heeft immers de wens geuit enerzijds de fiscale stimulering van PHEV’s stapsgewijs af te bouwen en anderzijds vol in te zetten op het fiscaal stimuleren van nulemissieauto’s.
Het kabinet heeft bij de totstandkoming van onderhavig wetsvoorstel met deze wens rekening gehouden.
Wiebes erkent dat het risico op oversubsidiëring bij de nulemissieauto’s groter is dan het risico op ondersubsidiëring. Om die reden heeft hij toegezegd de maatregelen uit dit wetsvoorstel al in 2018 te evalueren, zodat - indien gewenst - het mogelijk is om beleidsmatig bij te sturen vanaf 2019. Vooruitlopend op deze evaluatie heeft hij toegezegd om in het voorjaar van 2018, bij wijze van tussentijdse monitoring, de Tweede Kamer te informeren over het aantal nulemissieauto’s dat in 2017 in Nederland nieuw verkocht is. Indien in het overleg naar aanleiding van deze tussentijdse monitoring de Tweede Kamer zich uitspreekt voor aanpassing van de korting op het bijtellingspercentage voor nulemissieauto’s, zal een spoedwetsvoorstel in procedure worden gebracht waarin een aanpassing van het bijtellingspercentage voor nulemissieauto’s is opgenomen.
Wetsvoorstel nr. 34.391. Memorie van antwoord, 3 juni 2016