5. Wetsvoorstel nationale vliegbelasting ingediend

Het kabinet wil per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar een Europese belasting op luchtvaart. Voor het geval een Europese vliegbelasting te lang op zich laat wachten is een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting uitgewerkt van 7 euro per vertrekkende passagier, dat op 14 mei 2019 aan de Tweede Kamer is gestuurd. Transferpassagiers worden uitgezonderd.
Het gaat om een tarief dat bij het Belastingplan 2021 nog precies wordt vastgesteld omdat het wordt gecorrigeerd voor de inflatie. Naar verwachting zal het tarief als gevolg hiervan onder de 7,5 euro blijven. Ook komt er een vliegbelasting voor vrachtverkeer, waarbij geldt dat vliegtuigen die minder geluid produceren minder worden belast. Het tarief is 3,85 euro per ton vracht voor de meest lawaaiige vliegtuigen en 1,925 euro per ton vracht voor de lagere geluidsklassen. Dit tarief wordt geheven op basis van het gewicht van het vliegtuig.
Het wetsvoorstel vliegbelasting treedt na de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Als in 2019 of 2020 blijkt dat er Europese afspraken komen, is het mogelijk om het wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting niet in werking te laten treden. Het Kamerstuk nummer van het wetsvoorstel is 35205